113
sporen worden aangetroffen. Ongeveer een meter onder de
fundering van de binnenmuur werd een oude bewonings-
laag aangetroffen aan de bovenzijde afgesloten door een
brandlaag, er op wijzende, dat na een brand de bewoning
een tijdlang is onderbroken. In samenhang met deze be-
woningssporen werd een greppel gevonden, die geheel met
potscherven van grijs-blauw gesmoord, onverglaasd aarde
werk was gevuld. Kennelijk betrof het hier een afvalgreppel
van een pottenbakkerij. De scherven behoorden, blijkens
een vluchtige opneming alle tot het type van de kogelpotten.
De gevonden gegevens zijn thans ter bewerking bij de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te
Amersfoort.
Een belangrijk onderdeel van de taak van de afdeling wordt
gevormd door de instandhouding van een magazijn, waarin
enerzijds de meest gebruikte oude materialen zoals baksteen
en plavuizen, in voorraad worden gehouden, maar anderzijds
ook belangrijke en waardevolle bouwfragmenten worden
bewaard voor toepassing elders. Tot deze laatste categorie
behoren de deurpartij van de Amsterdamse Bank, waarvan
het achttiende eeuwse gebouw in de Grote Houtstraat zonder
dwingende noodzaak is gesloopt, en een hardstenen inrijhek
dat van de Wagenweg moest wijken voor de aanleg van de
westelijke randweg.
Ook in 1958 zijn weer enkele monumenten onder de
slopershamer gevallen; het evengenoemde gebouw van de
Amsterdamse Bank, Grote Houtstraat 95, was daarvan het
belangrijkst. Het betrof hier een groot zeventiende eeuws
herenhuis van een in menig opzicht interessante vorm, dat
in de eerste helft van de achttiende eeuw van een nieuwe
voorgevel met monumentale ingangspartij was voorzien.
Daar de ruitverdeling uit de vensters, een essentieel, maar
overigens gemakkelijk te herstellen onderdeel, was verwij
derd, heeft de mening postgevat, dat slechts de ingangspartij
nog waarde had. Eendrachtelijk met de Schoonheidscom
missie ondernomen pogingen het huis te redden, mochten,
ondanks de steun van het gemeentebestuur, niet meer baten.