- 16 -
kwaad. Dus werd hij geheelonthouder en bleef dit zijn leven
lang. Toch een gezellige dischgenoot temidden van anders
denkenden.
Dr. Kersbergen werd op 30 Juli 1873 in Reeuwijk geboren,
bezocht het gymnasium in Gouda (eiken dag in weer en wind
twee uur loopen!), studeerde in Leiden. In 1898 werd hij arts;
hem werden verschillende assistentschappen aangeboden. Hij
koos dat bij Prof. Nolen. In 1900 promoveerde hij tot doctor
in de medicijnen op een proefschrift, getiteld: 'De klinische
waarde van de koolhydraatgisting in faeces'. Daarna werkte
hij nog drie maanden in het Allgemeine Krankenhaus te
Weenen, speciaal voor de bacteriologie. Weenen was destijds
het centrum van de medische wetenschap.
Daarna vestigde hij zich in Haarlem als huisarts en ver
wierf zich al spoedig een groote practijk. Geen wonder, want
hij vereenigde in zich vele eigenschappen die voor dit beroep
gewenscht zijn.
Een scherpe klinische blik, groote belangstelling voor het
wel en wee van de gezinnen, waardoor hij de raadsman werd,
ook in niet-medische aangelegenheden. Het leek, of hij nooit
haast had en voor iedereen alle tijd. Hij had een open oog
voor het belang van het zich ontwikkelend specialisme en riep
graag de hulp in van zijn collegae-specialisten, met wie hij op
uitstekende voet stond.
En dan: zijn wonderbaarlijk geheugen!! Hij onthield letter
lijk alles, wat hem verteld werd en wat hij zelf voorschreef.
Jaren later kon men hem inlichtingen vragen over een patiënt;
na eenig nadenken gaf hij deze, als of hij ze uit een boekje oplas.
Dit was hem ook van groot nut, toen hij steeds meer zich
toelegde op het sociale werk.
Steeds meer vereenigingen moest hij besturen, dikwijls als
voorzitter. Hij wist alle bijzonderheden, hoefde voor een ver
gadering nauwelijks de stukken te bestuderen.
Het aantal vereenigingen, die hij hielp oprichten of be
sturen, is niet meer na te gaan.
In 1904 kwam zijn troetelkind: de Vereeniging tot bestrij
ding der tuberculose in Haarlem, de tweede in Nederland.