Dr. gornelis spoelder 7 augustus 1885 27 juli 1958 Nogmaals wil ik enkele regels wijden aan de nagedachtenis van deze man, wiens leven zovele facetten toont en wiens per soon zo boeiend was, dat wij over hem wel nimmer uitgepraat en uitgeschreven geraken. Reeds herdacht ik hem aan zijn baar in de grote aula op Westerveld, voorts in het augustus nummer van het Maandblad voor de Haarlemse Doops gezinde Gemeente en in het voor de gehele doopsgezinde broederschap bestemde Jaarboekje 1959. Voor mij ligt de kostelijke bundel met zijn portret en zijn woord 'Ik neem afscheid van U'. Wat kan er nu nog meer geschreven worden; kan het ook te vaak en te veel zijn? Maar in het Jaarboek 1958 van 'Haerlem' mag hij niet ont breken en zijn veelzijdigheid verschaft ons stof voor nog een gedachteniswoord. Laat dat dan in de persoonlijke sfeer ge schreven worden en laat ik mogen vertellen van de eerste drie ontmoetingen, welke ik met deze merkwaardige mens had. Staatsexamen 1930, Kruisstraat Utrecht. Slaat u eens op blz. 88 van bovengenoemde bundel en bekijkt dan die foto. Voor hem was ik een onbekende examinandus, die worstelde met Plutarchus, Herodotus en Homerus, een vent ergens uit Friesland, die de boot der klassieken had gemist. En hij was voor mij een even onbekende examinator, door mij versleten voor een echte pater vanwege alle rondheid tot die van zijn boord toe. Aan één tafeltje. Dat was die dagen dan ook alles. Het werd voor hem verloren tijd, voor mij verloren moeite. Een trouwdiner, 1938. Zijn nichtje trouwde met mijn zwager. Weer zaten we aan één tafel, ergens in Gelderland. Ik had mijn pater ontdekt en een fatsoenlijke vloek geuit. Voorts

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 35