43
aangebracht, is dus niet alleen zeer aannemelijk, maar het
wordt zelfs meer en meer waarschijnlijk, dat hij ook de
vervaardiger der onderschriften is geweest of althans er de
stof voor heeft geleverd. Hij immers had zich zo speciaal in
deze geschiedenis der graven ingewerkt. Ook is mogelijk,
dat verschillende graven, als zij te Haarlem vertoefden, in
het klooster der Karmelieten, dat tot de grootste der stad
behoorde, gelogeerd hebben en dat er aldus een nauwe band
met de vorsten bestond.
Hoe zijn nu echter deze schilderijen of althans de kopieën
op paneel, welke naar de originelen vervaardigd zouden zijn,
op het Raadhuis van Haarlem terecht gekomen? Meestal
heeft men aangenomen, dat ze gedurende het beleg (1572
1573) zouden zijn overgebracht, omdat de kloosters toen
bedreigd werden met plundering door de troepen der Geuzen.
Daarmede klopt echter niet, wat ons enkele posten uit de
Thesauriersrekeningen der stad Haarlem leren. In 1570
krijgt Mr. Thomas Claess priester 7 pond 'van dat hij afge-
set ende in een vergulde lijst gestelt heeft alle de graven van
Hollant, hangende op burgemrn. camere' en in 1578 wordt
aan Jacob Jansz. schilder 25 pond 15 st. betaald 'uyt saecke
dat hij den graven ende gravinnen van Hollandt, alsnu
gestelt opt stathuys opte saele vernist, schoen ende claer
geverwet' heeft. Hieruit blijkt dat de schilderijen reeds vóór
het beleg op het Stadhuis hingen en wel op de Kamer der
Burgemeesteren. Later zijn ze dan overgebracht naar de
Grote Zaal, thans Gravenzaal geheten, of misschien was
deze zaal in 1570 tevens vergaderzaal der Burgemeesteren.
Wanneer dus verteld wordt9, dat de Burgemeesters de
schilderijen naar het Stadhuis hebben overgebracht om ze
te beschermen tegen de 'onbesuisde woede tegen kerken en
kloosters', slaat dit vermoedelijk op de tijd van de beelden
storm, in 1566, toen de Stadsregering daartegen wijze voor
zorgsmaatregelen nam en ook tijdelijk de St. Bavokerk sloot.
Zoals mede uit de post van de rekening van 1578 blijkt,
zijn de schilderijen toen reeds schoongemaakt, bijgeverfd
en gevernist. Ook in 1622 wordt een post 'voort verlichten