45
Ook in de jaren 1938 en 1939 wordt in de Verslagen van
het Frans Halsmuseum gesproken van herstellen, retouche
ren, vernissen en schoonmaken van de portretten der graven
en gravinnen van Holland.
Nadat ten slotte deze middeleeuwse panelen in 1955
wederom een grondige verfrissing hadden ondergaan, waar
door veel aan het licht is gekomen wat vroeger onzichtbaar
was, zijn in genoemde Gravenzaal een beperkt aantal der
schilderingen opgehangen, veel lager dan voorheen, zodat
de voorstellingen beter te zien zijn en men hierdoor kan
constateren, dat het meer merkwaardige dan fraaie kunst
werken zijn. De overige zijn verspreid over de Raadzaal
en de gangen van het Stadhuis. Moge hierbij aan zekere
artistieke behoefte tegemoet zijn gekomen, uit historisch
oogpunt is dit om twee redenen zeer te betreuren. Eerstens
is de chronologische volgorde der graven totaal verstoord,
zodat de bijeenvoeging der afbeeldingen als bij voorbeeld in
de Raadzaal zeer verwarrend moet werken, en in de tweede
plaats is ook de oorspronkelijke opzet van de schilderingen,
dat ze een aaneengesloten dodendans zouden vormen, te
niet gedaan.
G. H. Kurtz
(1) Cornelis van Alkemade in 1699 (zie: Jaarboek Ver. Haerlem, 1938 46)
(2) Th. Sghrevelius, Harlemias, 1648, 17.
(3) Van Vosmarus (zie: G. D. Gratama in: Onze Kunst, 1817, 93)
/TW W. Pleyte. Een iconographie der graven van Holland en Zeeland
(Bydr. Vad. Gesch. en Oudheidk., 3de reeks, II, 238).
(5) Algem. Rijks Archief, invent, nr. 1122.
(6) G. D. Gratama, ibidem, 92.
(7) Verspreide geschriften, VIII, 181.
(8) T. Brandsma in: Carmelrozen, 1914, 144.
/?n\CnRi'VAN Alkemade (zie: 'Aanteekeningen' bij art. van G. D. Gratama)
(10) P. Langendijk. De graaven van Holland, in jaardichten beschreven
Voorbericht, XV.
A;, W' Weissman- De portretten der graven van Holland te Haarlem
(Oud-Holland, 1917).