De meest recente samenvattende publicatie: 'Frans Hals-
Schuttersstukken' door H. P. Baard, directeur van het Frans
Halsmuseum, welke in 1949 bij Elsevier verscheen, vermeldt
eveneens deze tot nu toe als juist aanvaarde gegevens. De
schrijver wijst erop, dat, in tegenstelling tot hetgeen in de
achttiende eeuw voor de latere stukken van Hals geschiedde,
de op het stuk van 1616 voorgestelde personen niet van een
nummer werden voorzien en dat al zijn de namen bekend
identificatie niet mogelijk is, behoudens voorzover betreft
kolonel Pieter Jacobsz. Schout, vendrig Boudewijn van
Offenberg en de doelenknecht.
Wat de kolonel Schout betreft, volgt dan een verwijzing
naar diens portret door Johannes Cornelisz. Verspronck,
die hem in 1641, dus vijf en twintig jaar later, op hoge leeftijd
heeft afgebeeld.
Zo was de zaak gesteld, toen ik bij een kleine handelaar in
oude boeken enz. een aantal stukken kocht, waaruit tot mijn
verrassing te voorschijn kwam een aantal in 18de eeuws schrift
beschreven foliovellen, waarvan de tekst als volgt aanving:
Copie van sekere memorie geschreven met de Hand van
de Hr en Mr Johan Steyn en mijn gecommuniceert
door de Hr Hugo Steyn op den 13 July 17251uydende
als volgt:
Den 2 Mey 1692 hebben de Heeren Anthony Coning
en Dr Willem van Nieuwenhuysen, Burgemeesteren,
Jonas de Jong, Out Burgemeester, inspectie genomen
van eenige schilderijje ofte Conterfeytsels in 't Prinsen
hof, Oude en Nieuwe doelens, ten eijnde de persoonen
in de selve schilderijjen door haere Wapens en
Naamen aen de postereteyt kennelijk souden moogen
werden gemaeckt.
in 't schilderij van Hals in 't Prinsenhof geschildert in
dejaaren 16...
Johan van Napels
Grolle