70
de jaren 17861788 als buitenverblijf en museum van kunst
voorwerpen voor de Amsterdamse bankier Henry Hope.
Hope, die in 1769 voor de som van f 14.000,eigenaar
werd van de 'hofstede Welgelegen' aan de zuidzijde van de
Baan 2 buiten Haarlem, en dit bezit daarna nog met ver
scheidene omliggende percelen uitbreidde3, besloot in 1784
deze oude buitenplaats aan de Kleine- of Oude Hout te doen
afbreken en te vervangen door een nieuw gebouw, dat tevens
geschikt zou zijn daarin de schilderijen, antiquiteiten en
andere kunstschatten, die hij in Italië en elders verzameld had,
op te nemen en tot hun recht te doen komen.
19 oktober 1785 ontvingen Burgemeester en Regeerders
van Haarlem van Hope de mededeling dat, aangezien hij zijn
verblijf meer en meer in Haarlem wenste te vestigen, hij zich
daartoe van een 'gemakkelijk' gebouw wilde voorzien in ver
band waarmede hij verzocht de richtingslijnen van sommige
lanen te mogen veranderen en met de voorkant (de opritten)
van het te stichten nieuwe gebouw op de bestaande weg te
mogen vooruitspringen. Dit verzoek werd 12 november 1785
toegestaan, en in 1788 was het huis'Welgelegen'reeds groten
deels voltooid.
In 1788 kreeg Hope toestemming ter verfraaiing van de
omgeving een gedeelte van de Haarlemmerhout op zijn kosten
te doen verplanten. Deze verandering beoogde voornamelijk
de verkrijging van de, nu nog bestaande, open doorkijk vanaf
Welgelegen over de hertenkamp tot aan het verlengde van de
Spanjaardslaan toe.
Het 'Huis van Hope' werd gebouwd naar het voorbeeld der
villa's Borghese en Albani in de omtrek van Rome, volgens
ontwerp en tekening van Triquetti, consul van het Hof van
Sardinië, te 's-Gravenhage. De uitvoerder van het werk was
J. B. Dubois (1762—1855), architect te Dendermonde in
Vlaanderen.
Lang heeft Hope niet in zijn lustverblijf gewoond. Trouw
gehecht aan het Huis van Oranje vertrok hij bij de omwente
ling van 1795 naar Engeland, zoveel mogelijk van zijn kunst
schatten meevoerend. 21 oktober 1808 heeft de familie Hope,