86 die in 1741 in Erfurt werd geboren1). Wanneer hij naar Holland kwam is mij niet bekend, wel, dat hij in 1764 in Amsterdam woonde op de Passeerdersgracht. Hij trouwt daar 11-27 mei van dat jaar met Lena Slichting van Amsterdam, dochter van Jan Slichting; zij woonde op de Prinsengracht en was 24 jaar oud. Beiden waren Luthers en hun huwelijk werd dus ten stadhuize voltrokken. Gottfried Henning assisteerde zijn broeder2). Op 1 dec. 1769 kwam zijn dochter Catharina Elisabeth Gottfriede in Haarlem ter wereld, nadat er reeds twee doch ters in Amsterdam waren geboren. Misschien was hij toen dus reeds gevestigd in Haarlem. In 1777 wordt hij vermeld als lid van het Haarlemse St.-Lukasgilde (de registers zijn niet volledig bewaard), Gottfried reeds in 1774, beiden als schilder3)Christian was toen al opgenomen in de Evangeli sche Broedergemeente van Haarlem, op 7 maart 1775, doch pas 8 nov. 1777 zou hij tot het Heilig Avondmaal worden toegelaten4). Van uit de zeer kleine Haarlemse gemeente leefde Christian in voortdurend contact met en in overgegeven gehoorzaamheid aan de Herrnhutters in Zeist. Het archief van de Broedergemeente in Zeist bezit een twintigtal brieven van hem. Zij zijn openhartig, doch zeer somber, weifelend, onzelfstandig. Christian vraagt steeds raad, deinst voor verantwoordelijkheid terug, verzoekt telkens de tussenkomst van de Broeders bij de 'lieben Heiland'. In 1778 wordt hij tezamen met Gottfried Henning direc teur van de schilder- en behangselfabriek van de Vaderlandse Maatschappij in Hoorn. Gottfried vestigde zich toen in Hoorn, maar Christian bleef in Haarlem en beheerde daar een depot van de Hoornse fabriek. Uit zijn brieven meen ik op te maken, dat hij er toen reeds een behangselfabriek voor eigen rekening dreef5). De 'Nachricht' van de Haarlemse gemeente noemt zijn vrouw Magdalena Schlagting of Schlichting en zegt op p. 102, dat zij 17 dec. 1780 in Haarlem 'als eine arme Sünderin selig aus der Zeit' ging. Christian bleef toen achter met vijf dochters en geen verzorging, maar de Broeders wezen hem op zijn verzoek een nieuwe echtgenote aan. Deze weg om de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 114