89
ging hij op reis naar zijn ouders in Herrnhut. Dit waren
Ferdinand Orthlieb en Maria Rosina Waldin15). Stellig bracht
hij hen van zijn trouwplannen op de hoogte, misschien vroeg
hij hun instemming, niet echter hun toestemming, die ging de
Broedergemeente in Zeist aan. Hij bleef niet lang zouden
wij hem voortvarend mogen noemen? en was 18 jan. 1791
gevestigd in Haarlem en misschien reeds aan 't werk in zijn
eigen woning. Op 22 maart werd hij dan in Zeist met Catha-
rina Henning 'zur heiligen Ehe verlobt'16), op 17 april volgde
het huwelijk voor Schepenen1') in Haarlem, waarbij de brui
degom jonge man van Hirsel in Silezië wordt genoemd,
de bruid jonge dochter van Haarlem. In Zeist werd de huwe
lijksvoltrekking niet alleen ingezegend, doch feitelijk nog eens
overgedaan op 5 mei 1791.
Catharina Henning ging op twee-en-twintigjarige leeftijd
uit de zorg van de Broeders in Zeist, en meer nog van on
der de ogen van de leidster der ongehuwde zusters over
in de zorg van een echtgenoot, die veertien jaar ouder was en
dit gebeurde in de mooie blanke kerk van de Evangelische
Broedergemeente in Zeist.
Johann Ludwig en zijn Catharina werden in de Haarlemse
gemeente verwelkomd en te zamen vierde men een 'Liebes-
mahl'; zij werden toegezongen en naar hun woning geleid.
Er was reden tot tevredenheid bij de Broeders, want die dag
werd de kleine gemeente met een echtpaar versterkt en dat
was van belang. Er waren toen vier echtparen: de Hennings,
de Nijborgs, de Klippes en de Orthliebs. Henning was schil
der, Nijborg beeldhouwerhij sneed het lofwerk voor het or
gel aan de Haarlemse Nieuwe Kerk18) Orthlieb zilversmid.
De Haarlemse Broedergemeente was wel zeer klein; er waren
jaren, dat zij 36, 33, 23, 15, zelfs slechts 13 leden telde. Zo was
het in 1792, toen het echtpaar Orthlieb voor de gemeente
dus een werkelijke versterking werd, ofschoon het allerminst
het doel der Herrnhutters was om het ledental der gemeente
uit te breiden, doch in de eerste plaats om de Philadelphische
gedachte19) uit te dragen en het verlangen naar de
gemeenschap met Christus ieder, die luisteren wilde, op het