komen. Niet een gedenksteen in weemoedig treuren, maar een blijmoedig monument van dankbare herinnering aan een uitzonderlijk en levensblij mens, die ons allen zo veel te zeggen had en mede door dit boek, waarin hij zelf hoofd zakelijk aan het woord is, nog zoveel positiefs blijft geven. Vele facetten van deze bijzondere mens worden afzonderlijk belicht en dat dit goed is geslaagd, bewijzen de zeer vele prijzende artikelen, ook van recensenten, die dr. Spoelder niet persoonlijk hebben gekend, doch unaniem deze publi catie hogelijk waarderen. Wij prijzen ons gelukkig dat dit initiatief is genomen en wij zijn trots op dit boekje, dat een sieraad is in de reeks onzer uitgaven. Na een woord van dank aan de commissie besprak de voorzitter enkele plannen voor de toekomst. Lezingen en tentoonstellingen, kleine excursies in de stad, herstel van gevelstenen, oude deuren en hekken, het steunen en anime ren van grotere restauraties, die weliswaar door de gestegen kosten buiten ons bereik vallen, doch waarvoor van over heidswege vaak de nodige hulp verkregen kan worden. Een woord van hulde aan ons Gemeentebestuur, dat op voortvarende wijze de restauratie van ons stadhuis heeft aangepakt en daarmee blijk geeft open oog te hebben voor de grote waarde aan cultuurbezit die aan onze vroedschap is toevertrouwd. Moge in dezelfde geest de Kloveniers doelen in de Gasthuisstraat voor verder verval behoed worden! Het vinden van een passend gebruik van gebouwen die aan hun oorspronkelijke bestemming zijn onttrokken levert vaak grote moeilijkheden op. Een monument, hoewel goed onderhouden, dat geen deel meer heeft aan het hedendaags leven, verliest veel in bekoring. Niettemin vroeg de voor zitter zich af of wij gelukkig moeten zijn met de huidige bestemming van Vlees- en Vishal. Ook aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken is onze Hoofdwacht, die in 1922 door onze voorgangers van een ondergang door afbraak werd gered. Wij streven ernaar ons gebouw met handhaving van de historische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 11