103
meer voldoende voor zijn taak berekend. De brouwerscorpo
ratie was eigenares, maar bezat onvoldoende middelen voor
een grondig herstel, waartoe in december 1810 door Hoog
heemraden van Rijnland toestemming was verleend.
De Opperdirecteuren over de Corporatien van Neringen,
Ambachten en Bedrijven te Haarlem, administrerende de
goederen toebehorende aan de Brouwerscorporatie, wendde
zich toen tot de heer Willem Borski van Elswout10). In ver
band met de zanderij was die brug voor Elswout van belang.
De heer Borski zegde toe in de kosten f. 345,— te zullen bij
dragen, mits de doorvaarthoogte 15 cm. zou worden verhoogd
en gemetselde stenen hoofden zouden worden aangebracht.
Aan deze wensen is tegemoetgekomen. In de schriftelijke
overeenkomst werd evenwel uitdrukkelijk vastgelegd, dat de
heer Borski op de eigendom van de brug geen aanspraak zou
maken. Het werk werd uitgevoerd door de mr. metselaar
Christiaan Kaakebeen en I. Vervooren, mr. timmerman.
Om zich zoveel mogelijk blijvend te verzekeren van het
mooie uitzicht langs de Brouwersvaart op Haarlem, koopt
mevrouw Hooft op 25 augustus 1815 van Pierre Francois
Voüte drie morgen wei- of hooiland vóór het huis aan de
overzijde van de Korte Zijlweg. In de volgende jaren worden
enkele percelen grond langs de Zijlweg aangekocht. Op één
daarvan laat mevrouw Hooft een ruime woning bouwen.
Zelf legt ze de eerste steen, die het inschrift draagt:
Wede- Hooft
Juny 1827.
Het pand (Zijlweg 288) is thans eigendom van de Overveen-
se loodgietersfirma Veen Haagen. Stellig had mevrouw
Hooft een zwak voor het leggen van eerste stenen, een bezig
heid die in het algemeen tot het werkterrein van jonge kinde
ren behoort. Zij echter schepte er behagen in daarmede tot
op hoge leeftijd voort te gaan. De nog aanwezige ruime vier-
deursoranjerie van Vaart-en-Duin liet zij bouwen in haar
achtentachtigste levensjaar. Ook aan dit gebouw ontbrak de
eerste steen niet: