vember 's avonds een boeiende toelichting op de tentoon
gestelde afbeeldingen. Dat bijna 200 personen deze expositie
bezochten, mag de heer Hoog bewijzen hoezeer het door ons
gewaardeerd is, dat wij van een gedeelte van zijn waarde
volle verzameling hebben mogen meegenieten.
Een overvolle kroonzaal luisterde gespannen naar de
heer Adriaan Cassee, die op 9 november ons met woord
en beeld meenam naar Oud-Bloemendaal. Met zijn vlotte
verteltrant deed hij voor velen onder ons de geschiedenis
herleven en vele oude bekende plekjes, die nu helaas niet
meer bestaan, liet hij ons zien; het geheel aanvullend met
een schat van persoonlijke herinneringen en anecdotes, die
deze bijeenkomst tot een kostelijke en onvergetelijke avond
maakten.
Op 18 december leidde de heer Phaff ons aan de hand
van zeer goede lichtbeelden door het Haarlemse stadhuis.
Het interieur, waarover hij een grote hoeveelheid wetens
waardigs wist te vertellen, bleek alhaast even boeiend te
zijn als het historische gebouw zelf. Begrijpelijk dat dan ook
velen zich gretig aanmeldden in het begin van het volgende
jaar een rondgang onder zijn deskundige leiding te mogen
maken.
Ook dit jaar hebben wij dankbaar enkele afbeeldingen en
foto's, die ons geschonken werden, aan onze verzameling
toegevoegd.
De heer K. Jonkheid gaf ons een fraaie afbeelding van de
'dobbelsteentjes', de heer mr. Th. A. Wesstra enkele
interieurfoto's van het huis aan de Grote Houtstraat, waar
thans Albert Heijn's supermart gevestigd is en mr. C.
van Lennep verrijkte onze collectie met een aantal foto's
van Haarlem uit een vervlogen tijd.
De legpenning van de Vereniging Haerlem, die gegeven
werd aan degene, die op verdienstelijke wijze een bijdrage
leverde voor de restauratie van een oud gebouw, was na
1948 niet meer uitgereikt. Uw bestuur besloot dit blijk van
waardering weer in te voeren, doch niet zonder vast te stellen,
dat in de periode 1948-1959 wel degelijk zeer lovenswaardige