118
en-Duin bewoond en met zorg in stand gehouden door de
heer en mevrouw C. D. van der Vliet-Corba.
C. W. D. Vrijland
(1) J. Craandijk en P. A. Schipperus, Wandelingen door Nederland, 1878,
dl. III, blz. 337.
(2) Dr. P. Hoekstra, Bloemendaal, prfschr. Amsterdam 1947, blz. 113.
(3) Samuel Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem, 1628, blz. 83.
(4) Jb. Haerlem 1950, blz. 59 e.v.
(5) Aanwezig in G.A.Haarlem.
(6) J. E. Elias, De Vroedschap van Amsterdam 15781795, dl. II, blz. 907.
(7) Deze stal werd afgebroken toen vóór de tweede wereldoorlog een gedeelte
van de Korte Zijlweg en van de Duinlustweg tot een brede asphaltboulevard met
bijbehoren werd gemaakt.
(8) Jhr. C. H. C. A. van Sypesteyn, Oud Nederlandsche Tuinkunst, 1910,
blz. 189.
(9) Mr. Mattheus Willem van Valkenburg (1718-1784), Heer in Callantsoog,
herhaaldelijk burgemeester van Haarlem, hoogheemraad van Rijnland, eige
naar en bewoner van het Bloemendaalse Wildhoef. (Zie ook: Het landgoed
Wildhoef, door Mej. A. M. G. Nierhoff, Uitg. Ver. Haerlem 1956).
(10) Het College van Opperdirecteuren bestond toen uit: Mr. P. S. Cromme-
lin, Martinus Bodisco, Jan Broese Alexzn. en Martinus Nicolaas Beets (vader
van de letterkundige prof. dr. Nicolaas Beets). Boekhouder was Johannes de Witt.
Bodisco (17531823), ontvanger van Haarlem; hij ondertekende de aan
Borski verzonden brief. Hij was de zoon van Pieter en Helena Hoefnagel.
Gehuwd met Femmetje Doyer, had hij van haar één zoon: Pieter.
Bicker Raye tekent in zijn dagboek aan:1 September 1740 is de coster van de
Niewe Waale Kerk dr. Bodisko seer schielijk overleede'.
Het Haarlems Gemeentearchief bezit een aquarel (portef. 36) van Wybrand
Hendriks, van'sept. 1821, waarop de jaarlijkse vispartij in de Brouwerskolk met
de zegen wordt afgebeeld. Opperdirecteuren, zo juist genoemd, staan in een
slagregen onder parapluies aan de oever te kijken naar de vangst, in gezelschap
van o.a. mr. C. C. van Valkenburg, burgemeester van Haarlem (18161821).
(11) Brieven van, aan en over Willem Borski I (17651814), met aanteke
ningen en een voorwoord van W. J. J. C. Bijleveld.
(12) Jb. Haerlem 1953, blz. 73.
(13) Ned. Leeuw 1942.
(14) Jb. Haerlem 1955, blz. 62. Ook: Erik Amburger, Die Familie Marselis,
Studiën zur russischen Wirtschaftsgeschichte, 1957 Band 4, blz. 51.
(15) Jb. Haerlem 1940, blz. 82.
(16) Hoekstra, t.a.p., blz. 178.
(17) E. H. Krelage, Drie eeuwen bloembollenexport, 1946, blz. 18.
(18) Archieven van het Hoogheemraadschap van Rijnland, Reg. van Vergun
ningen, Inv. nr. 267.
In dit verband ook: Jb. Haerlem 1949, blz. 68.