128 Indien het mogelijk zou zijn de meerderheid van de onbe kende Haarlemse schuttersstukken te identificeren, waartoe ik in volgende artikelen een poging hoop te doen, zou dit een portrettengalerij van de toenmalige magistraat opleveren, die in menig opzicht het uit de archieven bekende beeld kan aanvullen en verlevendigen. Ook in kunsthistorisch opzicht is het van belang, daar de datering van deze stukken dan nauw keuriger kan worden bepaald. C. C. van Valkenburg (1) Jaarboek Haerlem 1958, 59. (2) Fred. Muller, Historieprenten No. 1474, aanwezig op het Gemeente archief te Haarlem. (3) Hij wordt daar abusievelijk de luitenant Cornells Reyersz (Reyersz Reyniersz) genoemd. De burgemeestersresoluties van 1622 vermelden evenwel uitdrukkelijk Willem Reyniersz. (4) Mevr. N. H. van den Bosch-Nord Thomson 'Van de Sint Nicolaasbrug af gezien' in Jb. Haerlem 1956, 38. (5) Zie mijn artikel 'De Bloemendaalsche Kerkramen' in Jb. Haerlem 1942,101. (6) Zie mej. dr. G. H. Kurtz 'Het huis dat Jacob van Campen bouwde', in Jb. Haerlem 1957, 51. Schrijfster deelt hier mede, dat Dirck's zoon Cornelis Dircksz. geheten in 1623 kort voor zijn huwelijk het huis 'De Vergulde Wagen' in de Grote Houtstraat kocht en zich sindsdien Guldewagen noemde. Ook de vorige eigenaar van dit huis voerde die 'toe'naam. (7) Bij de reproductie is om technische redenen de bovenkant van het schilderij weggelaten. De afbeelding geeft de verhoudingen van het schilderij dus niet correct weer, waardoor de oorspronkelijke compositie minder goed tot haar recht komt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 162