zonder het antwoord af te wachten: 'Ik word waarschijnlijk
2de dirigent van het Concertgebouworkest'.
In september 1931 staat Van Beinum voor dit orkest,
gemakkelijk heeft hij het daar naast figuren als Mengelberg
en Monteux niet.
Ondanks vele moeilijkheden weet hij zich geheel door eigen
kracht omhoog te werken, ontwikkelt een persoonlijke stijl
en krijgt o.a. als vertolker van Bruckner's symfonieën naam.
Aanbiedingen om als 1ste dirigent naar Utrecht en Den
Haag te gaan worden afgeslagen.
In 1938 wordt Van Beinum benoemd tot 1ste dirigent van
het Concertgebouworkest.
Na de oorlog komen Van Beinums werkzaamheden geheel
tot ontplooiing. Hij reist met het Concertgebouworkest door
Europa (later in 1954 door de Verenigde Staten en Canada),,
wordt dirigent van het Londens Philharmonisch Orkest,,
vervult overal ter wereld gastdirecties en dirigeert vele gram
mofoon-opnamen.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als dirigent
van het Concertgebouworkest wordt Eduard van Beinum
in 1956 benoemd tot doctor honoris causa in de faculteit der
letteren en wijsbegeerte aan de Gemeente-Universiteit. Pro
motor is prof. dr. K. Ph. Bernet Kempers.
Ondanks zijn vele en grote triomfen blijft hij steeds dezelfde
eenvoudige, hartelijke mens.
Een persoonlijke herinnering: In september 1958 speelt
Hans Osieck zijn 1ste pianoconcert met het Concertgebouw
orkest. Op mijn vraag aan Van Beinum of hij tevreden is,
zegt hij, kijkende naar Osieck: 'Hans, wij hebben samen
hard gewerkt, als het vanavond niet lukt is het beslist niet
onze schuld'. Heerlijk om met zo'n dirigent te werken!
Jarenlang tobt Van Beinum met zijn steeds slechter wor
dende gezondheid, hij moet zich ontzien maar kan het
niet.
Op 13 april 1959 valt de slag, de dood ontneemt ons land
een groot kunstenaar en een zeer goed mens.
Naar aanleiding van deze voor ons allen droevige gebeur-