selijk commandant van het strijdend gedeelte hiervan. Tijdens
zijn verblijf als gijzelaar in Vught wist hij door zijn optreden
de bezetters zo te imponeren, dat het hem mogelijk werd
gemaakt hier een behoorlijk ziekenhuis te organiseren, waar
door een betere medische verzorging van de gijzelaars bereikt
kon worden.
Na de oorlog gaf hij nog veel van zijn werkkracht als be
stuurslid van het herstellingsoord van de Stichting voor Oud-
Illegale Werkers en vooral ook als voorzitter van de Stichting
Erebegraafplaats te Bloemendaal, welke functie hij bekleedde
tot 1952, toen deze Stichting werd overgenomen door de Stich
ting 1940-45.
Dat zijn op sommige punten zo onverzettelijke karakter wel
eens aanleiding gaf tot conflicten met zijn omgeving en dat
hem hierdoor ook teleurstellingen in zijn carrière niet bespaard
zijn gebleven is niet verwonderlijk.
Een ander facet van dr. Wamsteker moet nog genoemd
worden vooral in verband met Haarlem. Reeds in zijn Leidse
tijd werd hij lid van H.F.C. waarin hij uitblonk als achter
speler, zodat hij ook enige malen in het Nederlandse elftal
werd verkozen. Jaarlijks wordt ook nu nog het adspiranten-
toernooi om de dr. WAMSTEKER-beker gespeeld. Naast dit
alles, dat wel zeer veel, bij tijden ook te veel van hem vroeg,
gaf hij wat hem mogelijk was aan zijn grote gezin: de vacan-
ties gezamenlijk doorgebracht waren voor hem de hoog
tepunten van het jaar. Hij was dan in staat alle moeilijkheden
en zorgen van zich af te zetten en te genieten van wat het
leven hem bood.
Wij Haarlemmers zullen hem zeer missen, maar dit is niet
te vergelijken met de leegte, die hij in zijn gezin heeft achter
gelaten.
Hij worde in grote dankbaarheid herdacht.
J. W. Kamerling
32