34 monument 'la Défence' mocht onthullen. Bij die gelegen heid werd hem door de Ministre de 1'Instruction publique met de accolade het Legioen van Eer opgespeld; België eerde hem met de orde van Leopold II. Intussen had hij zich eerst gedurende zijn studentenjaren door zich te verdiepen in kunsthistorische litteratuur, daarna te Amsterdam door werkzaamheid bij het bekende venduhuis Frederik Muller, door het volgen van voordrachten en lessen van de bekende kunstcriticus Bremmer en door het bijwonen van talrijke veilingen en tentoonstellingen van moderne kunst in het buitenland, vertrouwd gemaakt met de innerlijke waarde van de grafische- en picturale kunst zijner dagen. In het bijzonder trof hem daarbij de grootse kunst van Vingent van Gogh, die toen reeds erkenning had gevonden, maar wiens zeer omvangrijke oeuvre dringend beschrijvende catalogisering behoefde. Na enige geschriften over grafiek ge publiceerd te hebben, wierp hij zich dus met hart en ziel in dat, wat als zijn levenswerk te beschouwen is: zijn 'Catalogue raisonné de 1'Oeuvre de Vincent van Gogh'. Een eerste uitgave daarvan verscheen reeds in 1928 bij Van Oest te Parijs, in 1938 gevolgd door een uitgave in Frans, Duits en Engels van uitsluitend de schilderijen van Vingent, alleen getiteld 'Van Gogh', uitgegeven bij Hypérion te Parijs. De eerste uitgave, die met grote belangstelling in de kunst wereld ontvangen was, bezorgde haar samensteller echter de grootste teleurstelling van zijn leven. Hij had nl. kort voor het verschijnen van dit grote vierdelige werk enige pas ontdekte 'Van Goghs' gezien, die te Berlijn bij een kunsthandelaar verkocht zouden worden. Hij vermeldde die in zijn werk. Kort na publicatie daarvan heeft hij bij vergelijking met an der werk van Vincent, tot zijn ontsteltenis geconstateerd dat al deze 'pas ontdekten' handige nabootsingen waren, keurig voorzien van de bekende handtekening 'Vincent'. Hij heeft in zijn in 1930 evenals het grote werkbij Van Oest gepubliceerde boekje: 'les Faux van Gogh' zijn fout ruiterlijk bekend. Het was voor hem ook door een proces te Berlijn tegen de falsaris, een bekende kunstkoper aldaar, een zeer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 50