49 Haarlemmer dus uit het 'gat van de Houtstraat' geplaatst in de omgeving, waaruit hij voortkomt. Pas na zijn huwelijk wordt hij eigenaar van het statige Berkenrode, op vijf kilo meter afstand van de stad. Zijn vader is nog gedeeltelijk Am sterdammer, kleinzoon van Henri Samuël Crommelin (Haar lem) en Jacoba Sophia van Wickevoort (Amsterdam moeder: Huydecoper). Het huwelijk met de burgemeesters dochter Heshuysen (moeder: Van Styrum) consolideert de positie van deze tak van de Crommelins in Haarlem, maar anderzijds heeft de komst van hun, oorspronkelijk Franse, geslacht vers bloed betekend voor het oude patriciaat. De eerste Crommelin, die in Haarlem woont, vestigt zich daar in 1687. Bij de geboorte van Jan Pieter kan men aannemen, dat zijn vader geheel en al 'in de club' is. Hij zit met vele van zijn vrienden in de 'Kleine Bank van Justitie', een soort kanton gerecht, waarin regentenzonen worden benoemd om het vak te leren. Meestal zijn ze tussen de eenentwintig en vieren twintigjaar oud en ik vermoed, dat ze met een deftig gezicht en een innerlijk genoegen burenruzies beslecht en stropers naar het cachot verwezen hebben. Het laatste vooral, want ze zijn liefhebbers van de jacht. In 1768 richt Henrik Samuël met zijn zwager Adolf Heshuysen, zijn broer Pieter Samuël en zijn neef mr. Jacob Crommelin het Gilde van St. Hubert weder op. Ik heb dit gezelschap reeds vermeld. Het is een oud Haar lems gild, dat in de vergetelheid was geraakt en de levens lustige heren, die tot de initiatiefnemers behoren, hebben merendeels zitting in de 'Kleine Bank van Justitie'. Dit is de sfeer, waarin Jan Pieter opgroeit. Op 15juli 1779, de dag na zijn zestiende verjaardag, onder neemt hij een opvoedkundige reis, die meer dan een jaar zal duren. Hij doet dit in gezelschap van een gouverneur en van familieleden, die in Zwitserland hun grootmoeder bezoeken, mevrouw Van Freisheim-de Rapin de Thoyras, op wier bui tenverblijf in het Canton de Vaud Jan Pieter gastvrijheid geniet. Zijn reisgenoten Van Freisheim, een broer en zuster, behoren tot een vermogend Haarlems regentengeslacht en zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 71