in 1799 en in 1808 is hij lid van een commissie, welke Lodewijk Napoleon gaat bedanken voor een subsidie. Men neemt de vormen in acht, maar weigert koninklijke academie te worden, omdat dan de heren, die zonder zelf de wetenschap professio neel te dienen, de Hollandsche Maatschappij besturen, zou den moeten uittreden. Op deze wijze heeft men haar (in haar tegenwoordige gedaante) bewaard. In het meer particuliere is Appie eveneens een gezien man. In het Gilde van St. Hubert ontvangt hij in 1833 uit handen van zijn broer Adolf de gouden hoorn wegens vijftigjarig lid maatschap. Deze onderscheiding is gelijkvormig aan het ge wone insigne van de gildebroeders: een zilveren jachthorentje met het wapen van Haarlem, aan een groen lint in het knoopsgat gedragen. Jan Pieter is de eerste, die het horentje in goud ontvangt. Het Gilde is immers pas in 1768 weder- opgericht. Men zou kunnen zeggen: hier wordt slechts 'the mere capacity of surviving' gehuldigd. Maar de aardigheid is, dat de gouden hoorn bij die gelegenheid is ingesteld. Men wilde kennelijk iets bijzonders doen. Voorzover dit gezelschap enig onderscheid maakte tussen de ene gildebroeder en de andere, wasjan Pieter in St. Hubert een topfiguur. Wie gou den hoorn zegt, zegt Appie. Eenzelfde jubileum zullen later nog vijf bloedverwanten van hem vieren. De Crommelins en hun nazaten zijn een krachtig geslacht. In bijna tweehonderd jaar tijd krijgt slechts één broeder van St. Hubert, die niet tot het geslacht der Crom melins behoort, de gouden hoorn, namelijk in 1903 mr. P. C. Visser, maar die overtreft hen in lichaamskracht en springt op tachtigjarige leeftijd met een polsstok over een sloot. Hij is een oudoom van de tegenwoordige eigenaar van het Manpad. Dat Appie een man van traditie is, bewijst het toastlijstje, dat hij maakt voor Bonaventura de Lange van Wijngaarden (secretaris van het gilde, 18331837), opdat de broeders zich zullen houden aan de voorgeschreven tafelspeeches. Dit lijstje wordt door het gilde met zorg bewaard, maar de traditionele speeches worden zelden meer gehouden. Het zou misschien de moeite waard zijn, het lijstje althans eens voor te lezen aan 58

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1959 | | pagina 82