63
'Nous vous aimerons comme elle'. Dat was voor de tweede
moeder bestemd en getuigt meer van hartelijkheid dan van
taalgevoel.
In 1797 wordt de 'kroonprins' geboren, Aarnoud Hendrik,
de zeer sterke, die later leden van 'Trou moet blijcken' met
stoel en al boven zijn macht zal optillen. 'IJzeren Frits' wordt
hij in zijn studententijd genoemd en zo staat hij nog bekend
bij het nageslacht. Speciaal in de paardesport blinkt hij uit.
(En in het incident met het 'kromme lijntje', waaromtrent
men iets kan lezen in het boekje van de heer Van Duinen over
Berkenrode.)
Zijn kleinkinderen zeggen 'groof'. Hij wordt vierentachtig
jaar en overlijdt, kort nadat hij zijn achterkleinkind, Cornelis
David van der Vliet, thans achtenzeventig, heeft aanschouwd.
Van deze oudoom heeft mijn vader mij nog bijzonderheden
verteld. Als neef en vriend van de kleinzoon, ook Aarnoud
Hendrik geheten, komt mijn vader bijna dagelijks op Berken
rode en eet dan ook wel eens met jonge Aarnoud, met Willem
Barnaart, Johan Mock en anderen bij groof, die zijn oude dag
slijt op 'Kippenvreugd', het kleinere huis op Berkenrode. De
oude heer is dertig jaar weduwnaar geweest en vereenzaamd.
Hij heeft een lopend oog, waar niets aan gedaan wordt. De
vriendjes van Aarnoud vinden hem vuil en nemen nooit van
de gember, die hij na den eten steevast op een schaaltje aan
biedt en vervolgens, stukje voor stukje, met zijn vingers in de
gemberpot laat verhuizen. In een oude verschoten overjas
loopt hij door Berkenrode, gewapend met een stok, waaraan
een scherpe haak is bevestigd om onkruid uit te roeien. In een
vroegere periode gaat 'IJzeren Frits' in Wiesbaden kuren
tegen de jicht en rijdt daar in zijn eentje naar toe met vier
paarden voor de 'panier'. Als mondvoorraad voor onderweg
heeft hij Deventer ellekoek bij zich. In de badplaats aange
komen, neemt hij dagelijks twee baden, teneinde het voorge
schreven verblijf van vierentwintig dagen tot de helft te
reduceren. Bij hem komt de liefhebberij voor paarden, reeds
bij zijn oom Adolf aanwezig, tot volle ontwikkeling. Rijnland
telt hem onder zijn hoogheemraden en evenals zijn broers, is