69
overleden 1958, had herinneringen aan een groot Haarlems
huis van zijn grootouders met een moerbeiboom in de tuin,
maar ik weet niet waar het gestaan heeft.
In de volgende generaties bepaal ik mij tot de oudste tak
en tot mijn eigen familie.
Op Berkenrode wonen, nadat groof zich op 'Kippen-
vreugd' heeft teruggetrokken, zijn oudste zoon Hendrik met
Albertine Crommelin, zijn vrouw en verre nicht, die ik bei
den heb gekend. Hij is in 1832, zij in 1833 geboren en ze zijn
een gezellig span. Ik denk ook 'un beau couple' in hun jeugd.
Hij heeft bakkebaarden en het gezicht van een Russisch groot
vorst. Dat komt van de Pallandts. Maar van de Pallandts
komen niet alleen deugden en 'oom Hendrik', zo noemen mijn
ouders hem, heeft wilde haren gehad. Tante Albertine een
zuster van mijn oudtante Van Lennep op het Manpad is
een opgewekte vrouw, wier levensstijl zich zeer wel aanpast
bij die der, langzamerhand wat rustiek geworden, 'Berken-
rodes'. In hun bestaan gaan de paarden en koeien een over
heersende positie innemen, en van society-plichten trekken
zij zich niet veel aan; die laten de mannen aan hun vrouwen
over. Oom Hendrik zit altijd op de bok en als hij met zijn zoon
eens op de inbrekersjacht gaat en ze potelingen die ze
zijn twee dieven met hun blote handen vangen, binden ze
deze met koetouwen, die immers toch in de vestibule van
Berkenrode liggen. Tenslotte zal in 1901 de val van een dog-
kar oorzaak zijn van oom Hendriks dood.
Als mijn vader in 1891 burgemeester van Heemstede wordt,
zit oom Hendrik als goed conservatief in de gemeenteraad en
opponeert tegen elke nieuwe straatlantaarn. 'Bij donkere
maan is de inrit van de Zandvoortselaan gevaarlijk', zegt de
burgemeester in de raadsvergadering. Antwoord van oom:
'Ik heb er nog nooit een ongeluk gehad!' De (petroleum-)lan
taarn komt er. Verzuchting van oom tegen mijn moeder:
'David is ook zo weergaas autoritair!' (David is dan zesen
twintig jaar oud.)
'Tante Tine' heeft een mooi fortuin en geeft haar kleinkin
deren en ons welkome cadeaus. Jarenlang word ik door