98
het pakhuis in de Peperstraat) aan Abraham Reynders voor
1100,—10), die daarna - en niet daarvóór, zoals Allan
schrijft in dit pand een kachelmakerij had.
D. W. Rookmaaker had bij zijn vrouw Maria Vereeken zes
kinderen, drie zoons, van wie genoemde Jan de jongste was, en
drie dochters. De bekende officier Hendrik Rookmaker n)die
tijdens de Tiendaagse Veldtocht het Korps Vrijwillige Noord
hollandse Jagers kommandeerde, was een zoon van zijn broeder
Izaak. De oude D. W. Rookmaaker heeft echter wel nog een zekere
rol gespeeld in het geestelijk leven van onze stad Haarlem. In
1824 wordt door de Gouverneur van Noordholland te Haarlem
een kleine maatschappij van Christenen gesignaleerd, die zich
overgeven aan buitensporig mysticisme, bedenkelijke gods
dienststellingen en volkomen afscheiden van alle bekende ge
loofsleer. Ze staan onder leiding van zekere Rookmaaker12).
Het blijkt onze damast- en lijnwaadpakker uit de Schagchel-
straat te zijn, naar wie deze voorlopers van de afscheiding van'
1834 ook wel de sekte van Rookmaaker worden genoemd13).
Hij zelf preekt of oefent in gezelschappen en heeft hier en daar
nogal invloed. In een schrijven van 2 april 1824 aan de presi
dent-burgemeester verdedigt hij zich echter tegen de bewering,
dat hij een nieuwe godsdienstsekte zou willen maken en schijnt
kort hierop ook zijn 'gezelschap' te hebben bedankt en ont
bonden.
Dat Rookmaaker zijn zaak naar de Schagchelstraat-Franke-
straat had verplaatst, was niet zonder reden. In deze percelen
was namelijk voorheen ook een dergelijk bedrijf gevestigd ge
weest.
Om de geschiedenis hiervan uit te zoeken willen wij terug
gaan tot de 17de eeuw. Dan vinden wij het huis, thans Franke-
straat 27, in het bezit van de familie Van Wassenbergh. Johanna
van Wassenbergh had dit perceel verworven bij onderhandse
akte van scheiding van 18 maart 1681 tussen haar en haar broe
der, Johan van Wassenbergh, en van haar was het overgegaan
op haar zoon, Dirck Storm van 's Grave(n) sande, gesproten uit
haar huwelijk met mr. Arnoldus (van) 's Gravesande. Deze zoon
transporteerde het huis, dat achter belend was aan Thomas