101
gens het Verpondingsregister tot een pakhuis was gemaakt, een
dito in de Schagchelstraat (Q 3930) en nog een huis en erf in de
Schagchelstraat (Q 3929), uitkomende in de Frankestraat, res
pectievelijk voor 850,—, ~f 850,— en 4000,—. Deze Goedschalk
Kops Jacobsz. is op 29 mei 1767 in de Grote Kerk begraven. Hij
was gehuwd met Maria Kops Pietersdr.; hun zoon was Goed
schalk Kops jr., aan wie enige huizen bij akte van scheiding van
7 juni 177522) zijn toebedeeld uit de nalatenschap van zijn
moeder (overleden 19 mei, begraven 25 mei 1774)Hij moest
haar nalatenschap delen met zijn zwager Willem de Vos,
weduwnaar van Elisabeth Kops en Doopsgezind predikant te
Amsterdam, en zijn broeder Pieter Kops Goedschalksz., even
eens te Amsterdam. In genoemde akte van boedelscheiding
wordt gesproken van een huis en erf in de Schagchelstraat
(Q 3929)uitkomende in de Frankestraat, met nog een huis en
erf in de Frankestraat (Q 3958), thans pakhuis, welke Goed
schalk Kops worden toebedeeld op voorwaarde, dat hij zal ge
dogen 'd'exercitie van de linnen en camerijxdoekpakkerij in de
vertrekken agter 't huis in de Schaggelstraat, tans daartoe ge
bruikt werdende', zolang de comparanten of één van hen die
zal aanhouden.
Verder verkreeg Goedschalk Kops jr. ook nog een huis en erf
in de Frankestraat (Q 3959), nu zijnde een lintwinkel, dat
Goedschalk sr. getransporteerd was op 14 mei 176623). Bij haar
testament van 26 juni 1772, verleden voor notaris Wernerus
Köhne24), had Maria Kops, weduwe van Goedschalk Kops sr.,
wonende aan het Spaarne, al, nadat zij met haar drie kinderen
eerst op 29 september 1767 Jacobus Kops te Amsterdam, de
voorzoon van haar op 22 mei van dat jaar overleden echtgenoot
bij zijn eerste vrouw Maria Beukelaar, had uitgekocht voor
30.000,—125)als aandeel aangewezen voor haar zoon Pieter
o.a. de garentwijnderij van Kops en Scheltinga en voor haar
zoon Goedschalk de fabriek van linten en koorden en het
woon-, werk- en pakhuis in de Schagchelstraat, uitkomende in
de Frankestraat, met het huisje in de Frankestraat naast het
pakhuis van het voorgaande perceel, om volgens taxatie uit de
boedel over te nemen, echter op voorwaarde, dat hij zou ge-