102
dogen, dat de 'linnen en cameri jxdoekpa kkerij't zij gemeen
schappelijk, 't zij door zijn broeder of zuster gehouden werd in
de toenmaals daartoe gebruikt wordende vertrekken achter het
huis in de Schagchelstraat tegen een vergoeding van 150,—
's jaars. Over deze pakkerij en over de door haar na te laten
fabriek van kousen, enz. moest men in der minne onderhandelen.
De familie Kops was een aanzienlijk Doopsgezind geslacht te
Haat lent, dat, zoals ook hieruit blijkt, vele textielfabrieken be
zat. In de percelen Q 3929 en Q 3958, later respectievelijk
Schagchelstraat 18 en Frankestraat 27, hadden zij een pakkerij
van linnen en kamerijksdoek met een pakhuis, waarnaast zij in
de Frankestraat nog een lintwinkel dreven op Q 3959, d.i.
tegenwoordig Frankestraat 25, een perceel, dat de firma D. W.
Rookmaaker Zoon in de 19de eeuw als pakhuis weer heeft
aangetrokken en dat thans nog bij de zaak behoort. Goedschalk
Kops had het op 3 augustus 1791 verkocht aan Abraham van
Garsten, waarbij als belending aan de zuidzijde genoemd wor
den Gerritje, Hendrik en Abraham Charles26).
Het was op 24 januari 1/86, dat Goedschalk Kops aan deze
Gerritje, Hendrik en Abraham Charles transporteerde een huis
en erf in de Schagchelstraat, uitkomende in de Frankestraat,
zijnde thans geapproprieerd tot een pakkerije' en nog een huis
en erf aan de westzijde van de Schagchelstraat, helend ten
noorden en achter het eerste perceel, tezamen voor 9200,-27)
Dit laatste perceel had Goedschalk Kops op 28 april 1781 ge
kocht van Cornelis Wijkveen voor 775,28). Het wordt dan
in de transportakte beschreven als belend ten noorden en achter
de koper, ten zuiden Hendrik Charles, waaruit is op te maken,
dat deze laatste toen al aan de westzijde van de Schagchelstraat
woonde naast het pand, dat in 1786 zijn eigendom werd, terwijl
de andere genoemde leden van de familie Charles zich eerst in
1786 aan de westzijde van de Schagchelstraat vestigden. Het
bedt ijl, de linnenpakkerij, dat zij daarin hebben uitgeoefend,
was hun echter niet nieuw, zoals uit het vervolg zal blijken.
Van 1786 tot 1806, toen D. W. Rookmaaker deze percelen
kocht uit de insolvente boedel van Gerritje, Hendrik en Abra
ham Chat les, is de firma Charles aan de westzijde van de