103
Schagchelstraat gevestigd geweest. Uit de rekening van deze in
solvente boedel (van 18,08) blijkt, dat de vaste goederen, hiertoe
behorende, bestonden uit een huis in de Schagchelstraat, waar
achter een huis, dat tot pakkerij en perserij was 'geapproprieerd'
(blijkbaar het huis in de Frankestraat)met nog een huis daar
naast, alsook een graf in de Grote Kerk, zuidertrans nr. 342;
verder dat Hendrik Charles alleen de linnenhandel had ge
dreven en Abraham Charles alleen de pakkerij had uitgeoefend
onder de firma Wed. Anthony Charles 8c Zoonen, terwijl Ger-
ritje Charles geen aandeel in de zaken had. De huizen echter
behoorden aan alle drie en ook de huishouding was voor ge
mene rekening geweest (zij waren alle drie ongehuwd)Ook
hleek men nog een poging te hebben gedaan op 9 april 1806 om
de huizen te transporteren aan Petronella Charles en Johanna
Charles, echtgenote van Johan Daniel Hubertus Rappard, bei
den wonende te Dusseldorp, maar dit transport is in het trans-
portregister doorgehaald29) en daarmede vernietigd, omdat de
boedel op 20 mei als insolvent aan Schepenen was opgedragen.
Genoemde Petronella Charles en J. D. H. Rappard voor zijn
echtgenote Johanna Charles zijn in 1809 door Schepenen alsnog
gesteld op de lijst van preferente schuldeisers van Gerritje,
Abraham en Hendrik Charles, aan wie zij, evenals Joseph
Charles, geld hadden geleend. Mogelijk is de slechte betaling
door de Franse klanten wel oorzaak van het faillissement ge
weest; Hendrik Charles bezat verscheidene Franse assignaten,
die hij in 1795 van de Franse officieren voor geleverde goederen
had ontvangen en waarop nimmer betaling was gevolgd.
De familie Charles is, gezien de Franse familienaam, kenne
lijk van Franse of Zuid-Nederlandse afkomst. Daar echter reeds
leden van deze familie te Haarlem worden aangetroffen vóór
1685, het jaar der opheffing van het Edict van Nantes, waarop
zoveel Franse emigranten naar ons land trokken, staat wel
vast, dat zij niet tot deze groep gerekend kan worden. Zij be
hoorde dus vermoedelijk tot de immigranten uit de Zuidelijke
Nederlanden, die, vooral na de val van Antwerpen in 1585, in
groten getale naar onze gewesten vluchtten. Toch vinden wij
eerst in de loop van de 17de eeuw de naam Charles te Haarlem