119
Beiden waren reeds afgebeeld, nd. Damius op het schuttersstuk
van Hals uit 1627, eveneens als fiscaal van de Cluveniersdoelen,
en Buys op het stuk van De Grebber van omstreeks 1624 als
luitenant van de St. Jorisdoelen. Het honorarium van de schilder
werd omgeslagen over de voorgestelde personen en het is te
begrijpen, dat sommige schutterofficieren er onder die omstan
digheden van afzagen zich na zo korte tijd opnieuw te laten
schilderen.
De vaandrigs komen in het gedrukte Naamregister niet voor,
maar uit Ampzing2)wiens geschiedenis van Haarlem in 1628
verscheen, weten wij, dat in de aanvang van de periode mei
1627-mei 1630 als zodanig bij de Cluveniersdoelen in functie
waren Loth Schout, Adriaen Matham en Pieter Ramp. Ook in
de daaraan voorafgaande periode trad dit drietal als vaandrigs
op en wij zien hen dan ook op Hals' schuttersstuk van 162/ in
al hun zwierige statie afgebeeld.
Het is buiten twijfel, dat de vaandrig met de opvallende
kroeskop op het hier besproken schilderij van Pot niet één dei-
drie bovengenoemden is. Eén van hen moet dus gedurende deze
drie-jaarsperiode zijn vervangen wegens overlijden, vertrek naar
elders of huwelijk. Als vaandrig plachten immers uitsluitend
ongehuwde jongelieden op te treden. Nu vonden wij, dat Lotli
Schout en Adriaen Matham zijn gehuwd te Haarlem in augustus
1630 resp. november 1632. Wij moeten dus aannemen, dat
Pieter Ramp, die in 1660 te 's-Gravenhage overlijdt, wegens
vertrek uit Haarlem vóór 1630 is vervangen door Salomon Col
terman, die in de oude memorie uitdrukkelijk wordt genoemd
als de op dit stuk afgebeelde vaandrig. In tegenstelling tot de
beide andere vaandrigs, die drie jaren tevoren door Frans Hals
waren geschilderd, zal hij zich gaarne hebben doen afbeelden,
te eerder daar hij bij zijn huwelijk in november 1630 R.K.
geworden niet voor een officiersfunctie bij de schutterij in
aanmerking kwam. De R.K. Haarlemmers konden het immers
hoogstens tot vaandrig brengen.
Twee van de drie schutters, die de achterhoede van de stoet
vormen, zijn met een hellebaard gewapend en dus onderoffi
cieren. Ook de derde moet, gelijk reeds gezegd, blijkens zijn