50
op een wijze die boven alle lof verheven was. In deze 30 jaar
kwam slechts een onderbreking, toen hij gedurende de eerste
wereldoorlog zijn land weder in een militaire functie diende.
Hij was ook enige jaren toneelrecensent voor Amsterdam van
de Nieuwe Rotterdamsche Courant en maakte verder voor
Haarlems Dagblad journalistieke reizen naar Oost-Europese,
Noord-Afrikaanse en Scandinavische landen.
Maar zijn intense belangstelling ging in de eerste plaats uit
naar het toneel. Niet alleen als recensent. Hij schreef zelf tal
rijke toneelstukken. Zijn eerste stuk reeds als 19-jarig cadet.
Het heette 'Strijd'. Deze eersteling werd later gevolgd door een
reeks, waarvan ik slechts zal noemen Mésalliance, Fatsoen, De
Zedelijkheidsdictor, Gedeballoteerd.
Schuil schreef deze stukken in een tijd, waarin de Neder
landse toneelgezelschappen veel meer werk van eigen bodem
opvoerden dan thans het geval is. Hij heeft nooit moeite gehad
zijn stukken gespeeld te krijgen, maar in tegenstelling tot zijn
jongensboeken zijn die nu wel verouderd, doordat de sfeer en
problematiek niet meer van deze tijd zijn.
Als toneelrecensent genoot hij de grootste achting en dat
niet alleen bij het toneelntinnend publiek, maar evenzeer bij
de uitvoerenden, beroepsacteurs en -actrices en dilettanten. In
een Album Amicorum dat hem op zijn 75ste verjaardag werd
aangeboden haalde de actrice Magda Janssens een uitspraak
van dr. Willem Royaariis aan: 'Het is altijd een genot om in
Haarlem te spelen, want dan krijg je tenminste een hart onder
de riem van Schuil'. Ik kan de verleiding niet weerstaan nog
verder te citeren. Cor van der Lugt Melsert schreef over hem:
'Schuil heeft gecritiseerd zoals een bij, die overal honing uit
zuigt, niet als de wesp die ook de beste vruchten bederft'. En
in een bijeenkomst van beroepsacteurs werd hij eens geken
schetst als 'een der weinige recensenten die over toneel schrij
ven en er verstand van hebben ook'.
Uit deze lof hem toegezwaaid uit de kring der meest belang
hebbenden, mag men echter niet opmaken dat Schuil geneigd
zou zijn geweest alleen het goede naar voren te halen en het
niet goede te verdoezelen. Hij kon ongezouten de waarheid