56
vrienden.
Want Franken was onverzettelijk van aard, nochtans zeer
mild.
Een krachtige persoonlijkheid, die bereikte wat hij wilde,
nochtans zuiver vriendelijk.
Hij beieikte een hoge leeftijd en toch voelden jonge mensen
zich bij hem thuis. Hij was gezellig en schiep gezelligheid.
Diep religieus, zeer ernstig, tegelijk tot aan het uur zijns
doods vol humor.
Altijd actief, en toch bleef er een goede vrijetijdsbesteding
over. Hij heeft van het geschenk, dat zijn Schepper hem gaf,
intens genoten, want zijn leven was boordevol gevuld.
Franken was zo, omdat hij niet lui was. Luie mensen zijn
ijver ig bezig met dingen die reeds lang gedaan moesten zijn.
Bij hem was de regelmaat, voor zichzelf en voor de gemeen
schap. De 'slagen' in een mensenleven zijn hem niet bespaard
gebleven. Hij droeg ze waardig; en de laatste dagen van zijn
leven, toen hij niet meer kon, gebruikte hij om nog eens te
bedanken degenen, die hij dankbaar was voor hun'grote of
kleine attenties en bovenal zijn God.
Ik heb haast om naar Huis te gaan'. In deze woorden was
hij nog bezig, nog actief, ook in zijn wachten op het einde.
De grote schare, die hem op de begraafplaats in Heemstede
uitgeleide deed, wist dat er een goed vriend uit Haarlem was
heengegaan.
Joh. Bronsgeest