65
kroost de revue passeert, onwaarschijnlijk volmaakte, ideale
kinderen voor de ouders:
'Spruyten deftig opgevoed,
In Geleertheid, Deugde en Zeeden
Die hun Ouders deftigheijd
Staag verbeelden in 't betreeden
Van de weg der Zaligheijd'.
Wat Van de Rijp met zijn Bloemendaalse blekerij heeft ge
daan, is nergens kunnen blijken. Een buitenplaats heeft hij er
bepaald niet van gemaakt. Misschien liet hij er enkele vertrek
ken in gereedheid brengen, die hij zo af en toe in gebruik kon
nemen als hij met de zijnen 's zomers bij de duinen wat ver
pozing zocht. Na ruim negenenzestig jaren is zijn levensdraad
afgesponnen. Hij sterft te Haarlem op 12 Juni 1704. Als Doops
gezinde heeft hij nimmer een overheidsfunctie kunnen bekleden.
Na het overlijden harer moeder in 1711 vererft De Groote Mol
op Christina. Op de 13de van Grasmaand 1710 was ze gehuwd
met Nicolaas Blaaupot, een Amsterdams koopman. Zoals pas
send was, verscheen ook toen een bundel huwelijkszangen,
waartoe de mode-poëet Claas Bruins, de schrijver van Noord-
hollandsche Arkadia, zijn bijdrage had geleverd, evenals de
rijmelaar. M. Bodisco, die later bij de Walen in Amsterdam
koster zal zijn6)Gans en al onbaatzuchtig was Blaaupot's lief
de niet. Wel wordt in één der zangen Christina's fraaie leest
met die van Venus vergeleken, maar dat was toch niet het
enige dat Nicolaas in haar boeide. Immers de dichter begint
aldus, zich tot hem richtend:
'Wanneer Christina door haar glans en groot vermogen
'Uw eertijts vrije hart tot liefde had bewoogen
Tot slot volgt een wens, waarvan de vervulling in het nog
dun bevolkte vroeg 18de eeuwse Holland aanvaardbaar kon zijn:
"k Wensch U duyzend soete kusjes,
"k Wensch U duyzend soete lusjes
'En dat je agter 't kunstje raakt,
'Hoe me kleyne menschjes maakt'.
Edoch, Christina's echt bleef kinderloos, 's Zomers bezocht het
echtpaar van tijd tot tijd de bleek van de Rijp, die toen werd
