66
gedreven door Gerrit en Cornelis Witsenburg. Eén der noord
westelijk gelegen opstallen wordt tot een bescheiden zomer-
optrekje vertimmerd. In de eerste jaren na 1710 blijft de water
lozing door de belendende blekerij De Oude Mol van Govert
Keetelaer een punt van wrijving. Als Blaaupot de copie ont
vangt van het rapport met advies dat de blekers De Nijs, Voet,
Eloolt en Malefijt ten verzoeke van Hoogheemraden van Rijn
land daarover hebben opgesteld en uitgebracht, op 10 April
1715, bergt hij het bij zijn papieren met de aantekening er op:
'Copia van den waterlosing Dienstig als er rusie komt'. En die
ruzie blijft niet uit. Een proces wordt aanhangig gemaakt. Als
procureur van Blaaupot treedt op Matheus Stipel. De procu
reur Abraham Oulry behartigt de belangen van Keetelaer. Bij
het wisselen der conclusiën voor het Gerechte van Tetterode,
Aelbertsberg ende Vogelesangh, weten beide partijen de zaak
te traineren door ten dienende dage telkens uitstel te verzoe
ken, met het verlenen waarvan men toen nog gemakkelijk was.
Na enige tijd is men de kostbare strijd moede. Op 23 Februari
1718 komt er tussen partijen een accoord tot stand, waarin 'tot
afsnijdinge van de swevende processen' is bepaald dat het con
tract op 28 Februari 1648 tussen Pieter Ramp en Jacob Wanten
gesloten (zie hieronder)'als nogh sal stand grijpen ende blij
ven in sijn geheel', en voorts dat het rapport van 1715, boven
vermeld, 'effect sorteeren sal'.
Ongeveer anderhalf jaar later (7 Augustus 1719) overlijdt
Keetelaer. Zijn erven verkopen de Oude Mol aan Blaaupot,
zodat dan beide terreinen practisch weer in één hand verenigd
zijn. De namen der beide bleken worden na 1710 niet juist
meer gebruikt. De Groote Mol wordt bij abuis ook wel De
Oude Mol geheten, en de Oude of Klijne Mol wordt in de
stukken enige malen de Nieuwe Mol genoemd, hetgeen bij het
archiefonderzoek weinig verhelderend heeft gewerkt.
DE OUDE MOL
Sinds Mei 1632 was, gelijk boven reeds is medegedeeld, de
Oude of Klijne Mol het eigendom van Jacob Jansz. Van hem
krijgt de landmeter Pieter Wils in 1637 opdracht om wel-
