74
wie Johanna de Vos, dochter van Jacobus de Vos en van diens
echtgenote Catherina van de Rijp, één van Christina's zusters.
Johanna de Vos was in 1720 op achttienjarige leeftijd te Haar
lem gehuwd met Willem Philip Kops (1695—1756), zoon van
de koopman in linnen garens Willem Kops en Maria van
Casele. Hij stamde uit een geslacht van Doopsgezinden, af
komstig uit het Land van Gulik, dat om den gelove vervolgd,
dit land heeft moeten verlaten10). Het echtpaar Kops had
negen kinderen, van wie er vier in leven bleven. Uit de boedel
van zijn behuwd-tante De Bas—Van de Rijp koopt Kops op
14 November 1741:
'Eerstelijk een Extra plaisante Hofsteede genaamt de Rijp
(De Groote Mol) met desselfs Heeren Huysinge, stallinge
en een spatieus Koetshuys en vrugtdragende boomgaart,
Moestuyn, mitsgaders een waterrijke garebleekerije (De
Oude Mol) met alle desselfs huysinge, stallinge voor
koeijen en paarden, en verdere getimmerte daar op staan
de, als meede droogbergh welgelegen Vinkebaan en huysje'
voor 5785,—. In deze koop waren mede begrepen 'twee
kopere onderputte, een melktoorn, de Ladders, maar niet het
prieel, hekje en hondeplaats op de werff van de voorsz. bleek,
een tuygenkas, en op de solder een kleerkas, als behoorende
hetselve aan den Huurder' (Pieter van der Til). De bleker-
huurder kan maar met moeite de eindjes aan elkaar knopen.
Om aan contanten te komen verkoopt hij zijn garenblekers-
gereedschappen op 13 Februari 1743 aan Kops voor 618,—,
die ze hem terstond in huur afstaat voor 21,— 10 stuivers en
12 penningen 'sjaars. De lange lijst van gereedschappen ver
meldt o.m. kookketels, loogketels, spekketel, alle van koper,
een aszeef en een melkketel, en een aantal loogkuipen.
Het echtpaar Kops De Vos vierde op 22 September 1745
zijn zilveren huwelijksfeest. Voor hun uitgebreidpersoneel
werd vijf dagen later een groot festijn aangericht in de Roo-
molen aan de Zomervaart, die in Haarlem-Oost gestaan heeft
ongeveer ter plaatse waar nu de Richard Holkade op die vaart
uitkomt. Voor die bijzondere gelegenheid schreef de stadshisto-
rieschrijver en blijspeldichter Pieter Langendijk een: