75
Roo Molenzang
op het vreugdemaal
door den Heer Willem Philip Kops
en Mejuffrouw
Johanna de Vos
Aan hun werkvolk en bedienden gegeeven
ter gedachtenisse van hunne
Zilvere Bruiloft
Alle goede qualiteiten van het jubilerend echtpaar worden
hoog geroemd (Kops betaalde in Haarlem aan zijn arbeiders
de hoogste lonen)De zwelg- en danspartij der genodigden op
de molen wordt uitvoerig bezongen. Aan het einde wordt de
wens geuit dat de oorlog als hinderlijk voor de commercie
spoedig zal eindigen en de zee weer vrij te bevaren zal zijn,
immers:
Dan zal ook de handel groeijen
In ons lieve Vaderland
En de Twijnderij herbloeijen
Die hier haren Zetel plant,
En door 's Hemels milden zegen
't Huis van Kops den rijkdom geeft
't Huis dat tot ons heil genegen
Steets milddadig en beleefd
Zo veel honderd huisgezinnen
Door den Gaarenhandel voedt
En zich ziet van elk beminnen
Door zijn deugd en rein gemoed,
Hemel wil dien stam aan 't Spaaren
Tot ons Heil nog lang bewaaren.
Handel vóór alles. Zelfs in de 19de eeuwse Evangelische ge
zangen:
'Stedelingen! looft den Heer!
Hoopt op d'oude welvaart weer;
Voor den koopman druk vertier
Nering voor den winkelier' enz.
Gez. 177. vs. 5 (Oude bundel).