76
De Roomolen zou nog dertig jaar ruim bestaan voordat hij
op 12 Februari 1775 'door een schrikkelijk onweer gerenueert
werd11).
In deze tijd van genoegelijke buitenrust werd op de buitens
de nabijheid van een blekerij om de bijzonder hinderlijke geur
die de verzamelde afvalstoffen verspreidden, weinig gewaardeerd.
Zoals reeds vermeld, vloeide het overtollige duinwater van de
Rijp (De Groote Mol) af naar De Oude Mol. De afvalstoffen
van deze bleek kwamen terecht in de z.g. stinkerd, die een
afvoer, de z.g. stinksloot, had met een heul of duiker onder de
Heereweg (Bloemendaalseweg) door naar de sloot aan de oost
kant langs die weg, welke sloot verder in verbinding stond met
de wateren van de buitenplaats, thans Sparrenheuvel geheten,
sinds 1739 het eigendom van Joan Scheerenberg, voornaam
koopman en bankier te Amsterdam. Scheerenberg ervoer deze
situatie terecht als een grote 'incommoditeytOp 25 November
1747 komt hij met Kops overeen, dat hij 'tot wegneeming van
de stank, die door de voorschreeven waterlosinge in zijn ge
melde plaats veroorzaakt werd, de voorgemelde heul onder de
Weg leggende, ten zijnen kosten langst dezelve sloot in zijn
Land zoude mogen verlangen, met een heul soo hoog en wijt,
als die, welke onder de Heerewegh geleegen is'. Scheerenberg
belooft het verlengstuk van deze duiker op zijn kosten te zu en
schoonhouden en onderhouden om de waterafvoer te verzeke
ren. Mocht te eniger tijd daarin een belemmering optreden,
dan zou de oude toestand kunnen worden hersteld. In dit con
tract wordt de blekerij van Kops voor het laatst aangeduid
met 'De Mol'.
Kort nadat Kops De Rijp in eigendom had verworven, had
hij ruim veertig roeden duin ten zuiden van zijn P^ats in
pacht verzocht en verkregen van de Gecommitteerde Raden
der Staten van Holland en West-Friesland om daar op de
reeds bestaande baan te kunnen vinken. Aan pacht kostte hem
dit genoegen 24 schellingen. Voor de achttiende-eeuwer was
vinken één van de grootste vermaken van het buiten-zijn, aan
gezien hiervoor meer inzicht dan kracht en meer herseninspan
ning dan lichaamsbeweging nodig was. Zo zeer toch was deze