84
de dertiger jaren der 18de eeuw kwamen de eerste in Enge
land. Ze bleven aanvankelijk heel zeldzaam. Linnaeus kreeg er
een ten geschenke van de Stockholmse universiteit, de enige
die hij in zijn leven te zien kreeg1»).
Die beschrijving luidt als volgt:
'de Heerenhuizinge, tuinmanswoning koetshuis en stallin-
ge, koepel (aan de Bloemendaalseweg)Chineesche tent
(op het hoge duin), Vinkenhuis, moes en broeituinen,
gronden bij de droogberg, Bosschen, Lanen, Kersen en
andere Boomgaarden, goudviskom, Slingerbeek en Engel-
sche plantsoenen, groot met elkander ruim eenentwintig
morgen oude maat'.
De Heer Backer was gehuwd met Jkvr. Arnoudina Maria
Huygens, dochter van Jhr. Mr. Hendrik Huygens en van
Anna Adriana Balde. Hij had bij haar drie dochters en één
zoon, Hendrik Huyghens Backer. Het gezin Backer heeft De
Rijp nimmer bewoond, doch het buiten telken jare 's zomers
verhuurd. Zelf betrok het in de zomermaanden Sparrenheuvel,
waar W. H. Backer op 23 Augustus 1847 stierf. Weer komt De
Rijp in veiling, d.w.z. het huisperceel. De bijbehorende duinen
en het daarin gelegen, nog bestaande buitentje Buiten-Rijp oi
De Kleine Rijp, nu aan de Rijperweg te Bloemendaal, blijven
familiebezit van de Backers. Eigenaresse van De Rijp wordt op
14 Augustus 1848 Johanna Constantia van der Waeyen Warin,
voor 25.200,—. Zij woonde te Amsterdam op de Heerengracht
bij de Utrechtsestraat, en overlijdt daar 11 Februari 1857. Haar
erven, een twintig in getal onder wie leden van de geslachten
Warin, Van Weede, Ortt, Van Harencarspel Eckhardt, Eek
hout en Willekes Macdonald, verkopen op 1 Augustus van dat
jaar De Rijp voor 30.000,— aan Cornelia Catharina Hodshon,
douair. Mr. Willem Baron Röell van Hazerswoude, wonende
te Amsterdam op de Keizersgracht bij het Molenpad. In de
koopacte is o.nr. bepaald, dat de nieuwe eigenaresse de tuin
baas in dienst moet houden, en dat de door deze in een pas
gekapt bosgedeelte gepote aardappelen 'ten zijnen voordeele
zullen komen, en door hem ter geschikter tijd zullen kunnen