85
gerooid worden'. Mevrouw Röell—Hodshon was een dochter
van Albertus Hodshon en van Suzanna Sophia van der Hoop,
na 1807 dame du palais van Koningin Hortense20). Haar
vader was een broer van de aanvankelijk zeer gefortuneerde
Cornelia Catharina Hodshon (1768—1829), die in 1794 op
dracht gaf tot de bouw van het fraaie patriciërshuis, Spaarne
17 te Haarlem, thans zetel van de Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen. Mevrouw Röell's oom, Adriaan van der
Hoop, stichtte in de veertiger jaren der 19de eeuw onder Sant
poort de buitenplaats: 'Spaarnberg' aan de Wüstelaan, waar
tegenwoordig zijn ondergebracht de Witte Paters van Kardi
naal Lavigerie 2
Van haar zeven kinderen was haar tweede dochter, Freule Sara
Johanna Cornelia, gehuwd met de bovengenoemde Hendrik
Huyghens Backer. Bij testament had zij deze dochter het recht
toegekend om zich bij de scheiding harer nalatenschap te laten
toedelen de hofstede De Rijp. Zij overleed op 20 November
1871 en op 31 Juli van het volgende jaar wordt haar boedel
gescheiden. Mevrouw Huyghens Backer—Röell verkrijgt daar
uit: 'De Heeren Hofstede, genaamd De Rijp, met derzelver
heerenhuizing, stalling, koetshuis, tuinmanswoning, koepel en
verdere getimmerten, mitsgaders moes- en broeituinen, boom
gaard en verdere gronden, alles staande en gelegen boven
Haarlem, aan den straatweg, nabij het Dorp Bloemendaal, op
den hoek van de Mollaan'. In feite was toen de ganse Rijp
weer in één hand verenigd. Niet door de eigenaresse met haar
gezin wordt de plaats bewoond. Behalve van de moestuin en
van de koepel aan de Bloemendaalseweg is huurder voor
1675,— per jaar, de Amsterdamse makelaar Henri Leonard
Schaper Claus. Hij woonde in stad op de Keizersgracht 442,
doch betrok 's zomers De Rijp. Als hij naar buiten reed, ge
schiedde dit vaak per char-a-bancs, vulgo Jan-Pleizier, volge
laden met Amsterdamse wezen. In Bloemendaal aangekomen,
stapte de Heer Schaper Claus uit op De Rijp, doch liet zijn
koetsier, die de bijnaam 'Piet Schaaf' droeg, doorrijden naar
de koepel van Kalkman, het Pannekoekenhuisje, in het Bloe-
mendaalse Bos. De weeskinderen vonden daar in de Koepel-