128
straat, moet gezocht worden naar het huis aan dezelfde zijde,
waaruit Kruisstraat 45 is voortgekomen.
In het reeds genoemde Kohier van de Tiende Penning van
1543 wordt aan de oostzijde van de Kruisstraat als derde huis
ten noorden van 'de Bellaert' genoemd het perceel 'de Gulden
Valck', bewoond door Hendrick van Antwerpen, waard.
Van dit huis zijn ook reeds oudere vermeldingen, zij het ook
niet als herberg, in transportakten aangetroffen, nl. van janu
ari 1491 47, november 15 0 6 48 en januari 1530 49, waarin ge
sproken wordt van de huizinge met erf (in de laatste akte ook
met stalling), geheten 'de Gulden Valck' (in 1506 alleen 'de
Valck'), achter strekkende aan Sint Jansmuur of Sint Jans-
camer. Dit is blijkbaar het terrein, waarop ook de door Claes
van der Laen in 1562 aan de Bisschop verkochte huizen in de
Wijngaardstraat lagen, want Cornelis van der Laen Ger-
ritsz. had deze op 3 januari 1547 aangekocht50 met als be
lending aan de achterzijde 'Henrick waert in de Valck en den
convente van St. Jan'.
Op 13 november 1574 transporteert Machteld Dirricsdr.,
weduwe van Hendrick Willemsz., aan haar zoon Willem
Hendricsz.'de Vergulde Valck' voor 2600 Kar. gld. 51. Op
31 december 15 8 2 52 koopt Mr. Jan van Zuyren, oud-burge
meester, 'des Bisschops vervallen huys en erff' in de Wijngaard
straat 'mette Proostdye', zijn ingang hebbende door een poort
in dezelfde straat, met al het erf, behalve wat aan 'Willem in
de Valck' is verkocht.
Het terrein van 'de Valck' blijkt zich naar het zuiden te
hebben uitgebreid, want in de reeds genoemde belastbrief van
'de Bellaert' van 15 juli 1593 wordt 'Elsken in de Valck' als
belending aan de achterzijde genoemd. Bij 'de Valck' was dus
getrokken, wat in de vroegere akten betreffende 'de Bellaert'
aangeduid was als 'erf van de Bisschop of 'de Bisschops
huyzinge eertijts'. Genoemde Elsken was Elsgen Cornelis-
dr., weduwe van Willem Hendricsz. in de Valck, voorkomend
als belending ten oosten in de transportbrief van 3 februari
1595 voor de waard van 'de Bellaert'. In de belastbrief van
8 december 1603 ligt de 'stallinge der huyzinge van de Valck'