165
beurt bij Goedschalk Kops, Benjamin Fooy Zoon en
alle andere pakkers. Bij Anthony Charles is dit werk steeds
gedaan door twee knechts op een tafel, die door het geweld
reeds lang gebarsten was, waardoor het lawaai enigszins was
getemperd. Maar in 1764 had hij er een tweede nieuwe tafel
bij geplaatst, waaraan wederom door twee knechts werd ge
pakt, terwijl, naar men zegt, de kooplieden genegen zijn hem
nog meer werk te verschaffen, als hij er nog een derde tafel
bij in gebruik wil nemen.
Maria van Wijk beklaagt zich ten zeerste over het lawaai,
dat reeds door het werk aan twee tafels wordt geproduceerd,
vooral des zomers, welk werk voortduurt van 's morgens
5 uur tot 's avonds 9 a 9.30 uur, zowel zondags als door de
week, met zulk een geweld en geraas, dat haar huis van dak
tot fundament staat te beven en men in de naastgelegen ver
trekken niet kan rusten noch elkaar verstaan. Zij verzoekt
dus Burgemeesteren wegens deze overlast en mogelijke
schade Anthony Charles is reeds genoodzaakt geweest
zijn eigen gescheurde muren te herstellen dit bedrijf in een
klein vertrek binnenshuis te verbieden. Haar verzoek wordt
echter in bovengenoemde burgemeestersresolutie afgewezen,
omdat zij eigenaresse van het huis in de Schagchelstraat ge
worden was op een tijd. dat Anthony Charles daar reeds
lang zijn bedrijf uitoefende, zodat zij toen dus had kunnen
weten, welke hinder haar in het huis daarnaast te wachten
stond.
Het een en ander geeft wel aan, ten eerste van wat voor
aard het pakkersbedrijf was, en ten tweede hoe de zaak van
Anthony Charles toentertijd floreerde en toenam.
G. H. Kurtz