40
Kees Tadema heeft veel gedaan voor de belangen van de
Vereeniging tot Bevordering van de Belangen des Boek
handels, waar hij in 1917, 19201922 en 19281929 de
voorzittershamer hanteerde.
W. L. Brusse getuigde in 1936 van Tadema als een be
dachtzame, die het roer van de grote, oude vereniging, mede
in vaste hand hield. Hij was voorzitter van de reglements
commissie en hij heeft o.a. het Verkeersreglement opgesteld,
dat vele jaren met vrucht zowel de uitgeverij als de boek
handel gediend heeft. Ongeveer een jaar voor zijn dood werd
hij door de redacteur van het Nieuwsblad voor de Boek
handel benaderd, om een bijdrage te leveren voor genoemd
blad, over de bouwproblemen van het Centraal Boekhuis
te Amsterdam in de jaren 19131917, aan welke bijdrage hij
de titel gaf: 'Een stem uit het verleden'. Zijn verdiensten
zijn erkend door zijn benoeming tot erelid.
Hoewel hij zich uit het openbare leven had teruggetrokken,
bleef hij tot enkele dagen voor zijn dood grote belangstelling
tonen voor het wel en wee van het vak, waarin hij zo'n be
langrijke rol vervulde, alsmede voor het muziekleven in
Haarlem, dat hem zeer ter harte ging. Vele functies heeft hij
ook hierin bekleed. Hij was meer dan 50 jaar respectievelijk
lid, secretaris en voorzitter van de afdeling Haarlem van de
Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, voorts vice-
voorzitter van het Hoofdbestuur; bestuurslid van de helaas
verdwenen Bach-Vereniging; adviseur bij de voormalige
Haarlemse Orkest Vereniging (thans N. Ph. O.), waar hij
zitting had in het scheidsgerecht en talrijke, vaak moeilijke
problemen door zijn gezond advies tot een oplossing vermocht
te brengen.
Bij het 125-jarig bestaan van de Mij. tot Bevordering der
loonkunst werd hem het erelidmaatschap aangeboden.
Zelf was hij een voortreffelijk pianist, een dilettant, zoals
men heden ten dage zelden meer ontmoet.
Vele jaren was hij één der directeuren van Teyler's Stich
ting.
Zijn kinderen, kleinkinderen en vele Haarlemmers bewaren