104
boven responderende". Deze laatste uitbouw bevatte dus
beneden een keuken, en daar boven een of meer (wat verderop
spreekt de acte weer van de „somerkoecken ende tcamerken
daer boven") kamertjes, samen even groot van oppervlak
als de keuken. Tussen deze beide uitbouwen bevonden zich
privaten.
Van Berckenrode moest de doorgangen van het gedeelte
dat hij behield en dat thans dus deel uitmaakt van Jansstraat
85, sluiten. Nog ziet men, in de zuidwestelijke hoek van de
gerestaureerde zaal, een dichtgemetselde deuropeningDe
zomerkeuken en de vertrekken daarboven hadden vensters
aan de oostzijde, die uitzagen op een aan Van Berckenrode
verblijvend erf. Om inkijk te vermijden zijn deze vensters
naar de zuidgevel van de uitbouw verplaatst. Om dezelfde
reden zijn de keldervensters aan de oostzijde gesloten.
De reden, waarom Van Berckenrode aan zijn buurvrouw
de kelders liet, schuilt vermoedelijk m het feit, dat deze slechts
van de traptoren uit toegankelijk waren; de traptoren ver
kocht hij, en zo zou hij een nieuwe keldertoegang in het hem
verblijvende deel hebben moeten maken.
De thans bijeengebrachte gegevens bieden ons voldoende
houvast, om tot een nadere datering van het gothische ge
deelte van Jansstraat 85 te komen.
Laten wij nog eens recapituleren:
In 1431 bestaat het huis, van zuid naar noord, uit een toren,
een langgerekt bouwlichaam en een open erf, even diep als
het huis. In 1571 bestaat het huis uit een toren, een langgerekt
bouwlichaam (aan de oostzijde voorzien van twee uitbouwen:
een traptoren en een keuken, waarboven kamertjes, alles
mogelijk in 1431 reeds aanwezig) en een iets korter bouw
lichaam, waarin de thans gerestaureerde zaal, van gelijke
breedte en hoogte. Voorts, ten oosten, een open erf.
Wij weten dus, dat het gothische gedeelte van Jansstraat
85 tot stand kwam, tussen 1431 en 1571. Kunnen wij deze
periode verkleinen? Van Berckenrode verkreeg het huis uit
de erfenis van de (stief) grootmoeder van zijn vrouw Mar
griet van Bekesteyn. Deze grootmoeder zal weinig behoefte