105 hebben gehad, gedurende haar weduwlijke staat, het huis zeer aanzienlijk te vergroten. In het reeds genoemde mutueel testament, dat zij en haar man, Claes van Huessen in 1550 opmaken, spreken zij over hun huis, dat zij tezamen gekocht en betaald hebben; indien dit huis na aankoop door hen te zamen aanmerkelijk was vergroot, zou dit vermoedelijk niet onvermeld zijn gebleven. Het huwelijk van Claes van Huessen en Margriet van Bekesteyn werd in 1538 gesloten. Wij mogen aannemen, dat zij het huis niet lang nadien, in reeds vergrote staat, aan kochten, temeer omdat, blijkens het kohier van de 10de penning van 1543 zij het pand in dat jaar reeds in bezit hadden 10. Het wordt derhalve waarschijnlijk, dat de uitbreiding van het huis tussen 1443 en di 1538 tot stand kwam. Leveren de vormen van het houtskelet en van de ornamen- tale beschildering gegevens op, om de datum nog nader te precizeren? Om de beschildering met zekerheid als dateringsmiddel te hanteren, zou men over een aantal vergelijkbare objecten moeten beschikken, bij voorkeur in Haarlem, in ieder geval elders in 't westen des lands. Nu hiervan geen sprake is, blijft alleen de vergelijking met andere takken van kunst ter be schikking. Op grond daarvan menen wij de ornamentale schilderingen, onder alle voorbehoud, op 1450 te kunnen dateren. De vormen van het houtskelet wijzigen zich in de loop der eeuwen, waarin het toegepast werd, niet ingrijpend. Slechts het profiel aan de voorzijde van het sleutelstuk, het platte stuk hout, dat de balk scheidt van de ondersteunende stijl en korbeel, ondergaat in de loop van de tijd enige verandering. De profilering van de sleutelstukken van dit pand is echter van een zeer eigenaardige vorm, waarvan nog geen parallelen bekend zijn. Het profiel maakt enerzijds een datering in de tweede helft der 16de eeuw niet onmogelijk. Wij zagen echter, dat het gebouw naar alle waarschijnlijkheid tussen 1443 en 1538 tot stand kwam. De andere mogelijkheid is, het profiel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 107