VOORDUIN „Wat verrukkend uitzicht heeft men hier over 't lieve panorama, dat zich, als van den voet van onzen weg, tot aan Schoten en Akendam uitbreidt", roept Allan 1 uit als hij te Bloemendaal langs de straatweg wandelend, ter hoogte van Voorduin (Bloemendaalseweg nr. 88) zijn blik in oostelijke richting over het lage land laat gaan. In de jongste driekwart eeuw heeft de Bloemendaalseweg sterke wijzigingen ondergaan. De ruime uitzichten die er waren tussen Bloemendaal en Overveen werden in snel tempo volgebouwd. Men achtte het nodig de weg zo veel mogelijk aan te passen aan de verkeerseisen waardoor het negentiende- eeuwse- en zeker het rustieke karakter vrijwel verloren ging. Het tot stand komen van de bebouwing op een gedeelte van het droevig verkavelde „Hartenlust" en in het Kinheim- park beroofde „Voorduin" van zijn vergezicht, en toen na de tweede wereldoorlog pal vóór het huis aan de oostkant van de Bloemendaalseweg ook nog een hoog flatgebouw verrees, was er van enig „verrukkend uitzicht" geen sprake meer. Toch werd kort na Napoleons val het, zoals Allan schrijft, „nette Voorduin", juist gebouwd op een plaats die het een vergezicht moest waarborgen, een situatie derhalve als die van het Overveense „Bloemenheuvel" en „Belvédère" (oude stijl). Opgetrokken op een gedeelte van de overplaats van een gelijknamig buiten dat er tot in het begin der 19de eeuw schuin tegenover lag, vóór het duin tussen de gronden van „Hartenlust" en „Sparrenheuvel" in, bewaart „Voorduin" nog steeds de herinnering daaraan. Dat buiten ontstond in de eerste helft der 18de eeuw op de lage weidegronden waar volgens het „Caert-Boeck" van Adriaen Ockersz. uit 1599 Noch grooter als ghij sijt, Zijn eertijts neer gevelt, En mosten onder 't lot Van val en neerganck such ten. H. Soeteboom

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 111