110
zich toen de „werf ende boomgaert" van Pieter Meudt be
vonden. Tegen 1630 zijn ze het eigendom geworden van leden
van het geslacht Grijspaert 2. In het groene laken hadden zij
als voorzichtige Hollanders, een gedeelte hunner middelen
belegd. Al rond 1640 is er een „gaerntblijckereije" gevestigd.
Het bedrijfje met de opstallen gaat enige malen in andere
handen over. In 1647 oefent Robert Carelsz. er het beroep
van bleker uit. Twintig jaar later is het Jan Wanten. Op 15
Februari 1668 bevalt één zijner bleekmeiden, Angeniesje
Tijssen van Bree, buiten echt van een zoon, een wat hinder
lijke gebeurtenis die toen in het Bloemendaalse niet bepaald
een schok zal hebben teweeg gebracht. De bleekboden im
mers genoten een zekere reputatie om hun luchtige levensstijl
De defloratie- en alimentatieprocessen voor de dorpsge
rechten gevoerd, tellen als grootste aantal blekersdienstbo-
den 3.
Mattheus Grijspaert uit Amsterdam, gehuwd met Anne-
ken van Beeck, wordt in Mei 1688 eigenaar van de grond.
De bleker/opstalhouder was toen Jan Willems Schuijt. In
1695 gaat diens weduwe Magdalijntje Jacobs failliet en uit
haar insolvente boedel koopt Grijspaert op 2 Juni van dat jaar
de blekerij zoals zij reilde en zeilde voor 425,Enkele
jaren later sterft hij. Zijn kinderen onder wie zijn dochter
Maria, gehuwd met Isaak de Neufville, houden zijn nage
laten onroerend goed in onverdeeldheid tot 19 Januari 1704.
Dan verkopen ze de „hofstede met deselver huysinge stallinge
boomgaert mitsgadr de landerijen daer annex gelegen inde
banne van Aelbertsbergh (Bloemendaal), groot int geheel
vijff morge en vier en twintigh roede rijnlants maet streckende
met de laen van het huys aff tot op de heerewegh (Bloemen-
daalseweg), sijnde over de voorsz. laen gelegen een partijtie
afgekarde duyne in erfpacht van de graeffelijkheid voor 36
schellingen". Eigenaar wordt voor 6300,de Amsterdamse
koopman Gillis Teyler wiens achterneef Isaac de vader was
van Pieter Teyler van der Hulst (17201778), die krachtens
uiterste wil Teylers Stichting in het leven riep. Gillis was de
zoon van Thomas Teyler en van Francina de Wale. In 1692