124 Jan Haringstraat zijn eigenlijk de enige overgebleven delen van de voormalige Schoterveenpolder, die nog op het oor spronkelijk niveau liggen. Tot voor kort bevonden zich ook tussen Orionweg en Jan Gijzenvaart nog enkele stukken, welke echter inmiddels opgehoogd en grotendeels bebouwd werden. Een in de molen ingemetselde steen met inscriptie „Dit fundament vernieuwd 20 Juni 1891 Het Bestuur v/d Schoterveenpolder G. Feije-voorzitterW. van Schie en J. Nelis Cz-leden v/h bestuur; H. de Wolff- secretaris", is nu het enige dat nog herinnert aan de vroeger voor deze streek zo belangrijke organisatie, welke eeuwenlang het ge bied tussen Delft, Garenkokersvaart, Schoterweg en Jan Gijzenvaart beheerst heeft. De geleidelijke uitbreiding der stedelijke bebouwing buiten de singels in noordelijke richting sinds het einde der vorige eeuw, reduceerde langzamerhand het poldergebied en daar mee het aantal ingelanden tot in 1935 de polder als water schap ophield te bestaan. Was het aanvankelijk uitbreidingsplan er op gericht het hele gebied ten noorden van de Kleverlaan in rechte straten om te zetten, de komst in de twintiger jaren van de stads architect Ir. Friedhof, later Rijksbouwmeester, heeft er mede toe bijgedragen, dat de molen reeds voor sloop verkocht behouden bleef en nu in een passende omgeving de herin nering aan de polder levend houdt. Tussen duinen en Spaarne. Het lijkt wenselijk alvorens de tot standkoming van de polder nader te beschouwen, eerst iets te zeggen over de ge schiedenis van deze streek in het algemeen. Over de eerste tien eeuwen van onze jaartelling is eigenlijk bijzonder weinig bekend met betrekking tot dit gebied. Dat Haarlem als vestiging op de zandstrook tussen IJ- en Haar lemmermeer aan de ene kant en het moerassig veengebied

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 126