129 -
vaart is geweest, waarvan de uitmonding in de singel, toen
de zanderij niet meer werd gebruikt, ten behoeve der brou
wers was gedicht. Deze gedachte wordt waarschijnlijk mede
verklaard uit de omstandigheid, dat volgens deze schrijver
de Delft er in 1515 nog niet zou zijn. Het laatste baseert hij
daarop dat de Delft in het genoemde convenant niet genoemd
wordt. De Delft, een veenwatering, voor sommige delen ook
wel Lange sloot en Vredesloot genoemd, is echter, zoals
uitvoerig door Pier Hoekstra in zijn dissertatie over Bloemen-
daal wordt uiteengezet, veel ouder en zeker geen zandvaart
zoals door Allan wordt geopperd 5. De Kerfsloot gegraven
als verbinding tussen Delft-Houtvaart enerzijds en de stads
singels anderzijds lijkt veel aannemelijker en maakt begrijpe
lijk, dat de Kerfsloot als afwateringsmogelijkheid voor de
ingelanden van belang was. Hoe het ook zij, stedelijke rege
ring en eigenaars vonden elkaar hetgeen resulteerde in het
bovenvermeld convenant, waardoor de afwatering niet meer
dan strikt nodig belemmerd werd, terwijl de brouwers de
mogelijkheid hadden verzilting tegen te gaan als ook de dam
aan de Verkeerdeweg mocht overlopen.
Belangrijk voor het onderhavige gebied zijn vervolgens het
tot stand komen van een tweetal zandvaarten, de Jan Gijzen-
vaart en Heussensvaart.
De Haarlemse poorter Jan Gijzen krijgt in 1537 vanReinoud
van Brederode 11 morgen duinland in de banne van Aelberts-
berg tegen vijf stuivers 'sjaars, benevens de vergunning een
vaart te graven. Zo ontstaat de nu nog aanwezige Jan Gij zen
vaart van de Santpoortse duinen naar het Spaarne.
Twee jaar later, in 1539, krijgt de Haarlemse Burgemeester
Claes van Heussen vergunning tot het zanden langs het
Spaarne bij palen die speciaal voor dit doel geslagen worden.
Zo wordt van het Spaarne ongeveer ter hoogte der voor
malige Schoter Gasfabriek de Heussensvaart gegraven tot
in Bloemendaal bij de Mollaan. Er wordt verschillend ge
oordeeld over deze zandvaart. Allan schrijft, dat het graven
van de vaart omstreeks 1530 plaats gehad heeft „vanwege