wetering, echter ook hier alleen voor het stuk dat vanaf de
Heussensvaart naar het zuiden loopt 23.
Op de bekende kaart van het Hoogheemraadschap Rijn
land van Floris Balthasar van Berkenrode, getekend tussen
1610 en 1615 komt weliswaar geen „Molenwetering" voor,
maar wel ongeveer op dezelfde plaats en ook evenwijdig aan
de Delft een „Lange Sloot", een naam, die op andere kaarten
weer gebezigd wordt voor de Delft ten noorden van de Jan
Gijzenvaart. Dit kan welhaast niet anders dan de Molen
wetering geweest zijn, al blijven er, ook t.a.v. de twee hiervoor
genoemde situatie-tekeningen, nog wel enige vraagpunten.
De kaart van blekerijpercelen tussen duinen en Delft van
Pieter Bruins uit 1599 8 geeft helaas weinig details over het
latere Schoterveenpolder-gebied, al dunkt ons het niet ver
melden van de Molenwetering wel een aanwijzing, dat zijn
bestaan in de latere omvang vóór dat jaar zeer twijfelachtig
is. Wel staat op deze kaart iets als een kruis bij de Heussens
vaart juist op de plaats waar later de watermolen gelegen is.
De molen, zoals wij die nu nog kennen bij de Heussens-
straat, stond daar stellig reeds vóór 1619. Inderdaad hebben
de heer Corneille F. Janssen en molenmaker Jongejans bij
onderzoek vastgesteld, dat enkele zeer oude delen van het
onderhuis timmermanstekens dragen uit die tijd, terwijl een
enkele zelfs wijst naar het vierde kwart van de 16e eeuw.
Dit brengt ons tot de vraag of de molen als watergemaal,
zij het misschien in lichtere uitvoering, wellicht toch nog
ouder is, dan bovengenoemde stukken aantonen.
Een voor dit gebied belangrijk gebeuren mag in dit verband
niet onvermeld blijvenhet beleg van Haarlem in 15721573.
Don Frederik vestigde zich op het Huis ter Cleef en liet de
er vlak achter lopende Heussensvaart uitdiepen om mond
voorraad en munitie op gemakkelijke wijze tot bij zijn hoofd
kwartier te kunnen aanvoeren. Gedurende enige eeuwen
heeft dit deel van de vaart dan ook Spaanse-vaart geheten
(verg. Spaansevaartstraat). Uit beschrijvingen, kaarten en
situatietekeningen van het beleg 24 blijkt, dat vele honderden
Spaanse soldaten en Duitse huurtroepen aan weerszijden van