42 Waardering voor zijn werk vond Bartstra op andere wijze, in 1950 verleende de Maatschappij der Nederlandse letter kunde hem de prijs van meesterschap, in 1952 werd hij lid van de Koninklijke Akademie van wetenschappen. Is het een wonder dat een man van een dergelijke betekenis en beminne lijkheid een leerling inspireerde tot het volgende naieve antwoord op de geijkte vraag: wat wil jij later worden?, „ik wil worden als meneer Bartstra"? Wanneer diezelfde vraag, in iets andere vorm herhaald zou worden: hoe zou je willen zijn?, dan zou wederom het antwoord kunnen luiden, „ik zou willen zijn als meneer Bartstra". En daarbij zou ik dan denken aan de zo uitermate harmonische persoonlijkheid die kans zag aan de eisen die gezin, beroep, wetenschap en vriendschap stelden, alle tegelijk te beantwoorden. Het ge zin kwam daarbij als nummer één. Voor wie hem kenden, was het een bittere ervaring dat hij in de laatste jaren van zijn leven, die zo vruchtbaar en gelukkig hadden kunnen zijn, juist zo zwaar getroffen werd in dat gezin. De volslagen onverwachte dood van de enige zoon, zijn vakgenoot, leek een onherstelbare slag. De wijze waarop hij dit zware leed gedragen heeft, voegde een geheel nieuw facet toe aan de bewondering die wij hem al toedroegen. Niemand van degenen die de begrafenis van de zoon bijwoon den, zal de woorden vergeten die hij toen sprak, getuigend van een onverwoestbare geestkracht en van de vaste wil om te berusten. In zijn laatste levensjaar zagen wij, hoe hij de centrale, steun gevende figuur bleef en hoe hij het offer bracht van zijn gezondheid. Ons past slechts diepe eerbied en dankbaarheid voor hem, die meer dan leraar, een leermeester was voor velen. H. Cohen-Koster Dr. Jan Steffen Bartstra, geboren te Westerbork, bezocht het gymnasium te Sneek, studeerde te Leiden Nederlandse letteren en promoveerde tot doctor in de letteren te Amsterdam in 1928. Hij was achtereenvolgens sedert 1914 leraar aan het gymnasium te Schiedam en van 1938 tot 1952 aan de hogere burgerschool en het gymnasium te Haarlem. Hij had zitting in het hoofdbestuur van de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 44