48
nae haer condempnatie excuteren", wederom werd opgevat,
zodat de stad ten minste beschikte over een „dievenkelder"
dichtbij het Raadhuis, de zetel van haar rechtspraak.
Deze „dievenkelder" nu is ten tijde van de belegering door
de Spanjaarden (1572/3) gebruikt om er enige Rooms-
Katholieke burgers in op te sluiten, die verdacht werden van
heulen met de vijand. Toen de volkswoede, opgezweept door
het steeds minder gunstige verloop van het beleg, zich tegen
hen keerde, werden de oud-burgemeesters Lambert Jacobs-
zoon van Roosveld en Quirinus Dirkszoon Talesius, die tot
dusver in hun huizen bewaakt waren, en Adriaan van
Groenevelt, die in een kelder onder het Stadhuis zat opge
sloten, in de nacht vóór Pinksteren (9 mei) 1573 „alsamen
geleyd in die dievenkelder in die Barteliorisstraat". In deze
gevangenis was een „tuintje met bloemen bezaaid en ver
sierd met allerlei lieflijke kruiden", waarin de gevangenen
door de welwillendheid van de cipiersvrouw wat verpozing
mochten zoeken, hetgeen echter later door de Burgemeesteren
zou zijn verboden 6. Deze dievenkelder was het, welke op
13 mei d.a.v. door een woedende menigte soldaten, die tot
razernij was gebracht door wreedheden door de Spanjaarden
vóór de wallen bedreven, met geweld werd opengebroken. De
gevangenen werden daaruit gehaald en zonder vorm van pro
ces ter dood gebracht.
Verder horen wij niets meer van deze dievenkelder in de
Barteljorisstraat, totdat op 27 april 1622 aan Jacob Janszoon
Smuyser, wijnkoper, door Burgemeesteren van Haarlem
huizinge en erf in de Barteljorisstraat ,,'t welck tot desen des
stadts (sic!) gevanckenisse is geweest" voor 3030 Car. gld.
verkocht werden, belend aan de noordzijde door Maritgen
Jacobsdr. met gemene muur, mitsgaders de nazaten van
Gerrit van Berckenrode tezamen, aan de zuidzijde de erven
van Dyewertgen Adriaensdr., weduwe van Jan Pietersz.
Osseweier en de nazaten van Gerrit van Berckenrode te
zamen, „achter mette plaets en ook eensdeels met de kelder
streckende aen ende onder de voorn, nazaten", op voorwaarde
dat de koper zou gedogen de inhammen in de gemeenschap-