55 van ongeveer 90 tot 500 m2, aanvankelijk bijna alle in ge bruik bij inwoners der stad, die er voor een deel hun tuintjes hadden en er voor een ander deel verscheidene kleine wonin gen en langs de zijde van de Baan zelfs ook enkele theehuisjes of theekoepels hadden gesticht. Zo stonden er tegen het einde der 17de eeuw langs de oost zijde van de Wester-Krommelaan acht kleine huisjes naast elkaar, die met hun erven geen van alle een grotere opper vlakte dan 90 centiare besloegen. Langs de westzijde van de Kleine Houtweg bevond zich een aaneengesloten rij van 28 huisjes, acht tussen het veld van de Baan en de Noorcler-Krommelaan, twaalf op het gedeelte tussen de Noorder- en Zuider-Krommelaan en acht ten zuiden van de Zuider-Krommelaan, waarvan de meeste met hun erf nauwelijks 70 centiare groot waren. Enkele van deze huisjes aan de Kleine Houtweg droegen namen als 't Haagse Bos, de Muskadel, de Zeventien Wapens, de Witte Kroon. Aan het einde van de rij huizen, vlak bij de Oude Hout, bevond zich de herberg „Het Kasteel van Ant werpen", die in 1767 werd afgebroken. Deze situatie, ontstaan uit de behoefte van middenstanders en kleine burgerij van Haarlem om zich door aanschaffing of huur van een stukje grond buiten de poorten van de nauw- behuisde stad in staat te stellen wat meer te genieten van het buitenleven, vertoonde in verschillende opzichten wel enige overeenkomst met de volkstuinen, de verzamelingen terreintjes van di twee- tot vierhonderd vierkante meter met hun vaak wonderlijke bouwsels erop, welke tegenwoordig rondom onze steden zijn te vinden. Het waren echter niet alleen de Haarlemmers die de schoon heid van de Hout wisten te waarderen. Ook Amsterdammers, in het bijzonder de in de gouden eeuw tot grote welstand gekomen kooplieden en regenten, hadden, na de stichting van vele lustverblijven langs Vecht en Amstel, het oog mede laten vallen op de omgeving van Haarlem. Vooral in de achttiende eeuw is de Haarlemmerhout zo omringd geworden door tal van buitens en buitentjes, waarvan de geschiedenis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 57