59 door Hope aangekocht en de grond ervan, na sloping der huisjes, mede bij de tuin van Welgelegen getrokken. Aan het einde van de Kleine Houtweg, bij het hek aan de Oude Hout, bevonden zich, buiten de rooilijn van de rij buitenplaatsen langs de Oude Hout, de herberg „Het Kasteel van Antwerpen" met nog vier kleinere huizen. Deze als een wig in de Hout gedreven bebouwing, vanouds „Uylenburgh" genaamd, werd in 1767 geamoveerd. Door de opruiming van deze bebouwing, maar vooral ook door de gelijktijdige verwijdering van de hier aanwezige vuilnisstortplaats, die aan Uylenburgh de bijnaam „Vullishoop" had bezorgd, werd het uiterlijk van de omgeving zeer verfraaid. In juli 1770 hebben Hope en andere bezitters van eigen dommen langs de Kleine Houtweg en op het zuidelijk ge deelte van de Baan gelden bijeengebracht voor het bestraten van de Kleine Houtweg van de Kleine Houtpoort tot aan de slagboom bij het begin van de Oude Hout. Vroeger was de Hout, voor zover niet door sloten van de omliggende terreinen gescheiden, afgesloten door een houten rastering en alleen toegankelijk voor wandelaars. Voor rijtuigen en paarden was de toegang tot de Hout, zowel aan het begin van de Dreef als aan het einde van de Kleine Hout weg door middel van een slagboom afgesloten. De verbinding met Heemstede werd toen nog gevormd door Herenweg en Heemstederweg (tegenwoordige Emauslaan). Aan het einde van het jaar 1770, lag de hofstede Welge legen met zijn in de loop der jaren steeds meer vergrote tuin nog aan twee zijden ingesloten tussen belendende buiten plaatsen en pleziertuinen. Van de Dreef naar de Kleine Houtweg werd Welgelegen aan de zuidzijde begrensd door de naast elkander langs de Hout (tegenwoordige Paviljoens laan) liggende buitenplaatsen „Hout en Baan", „Ouden Hout", „Middenhout", „Houtzicht", „Houtvrede" en,,Hout vreugd" 3 en aan de noordzijde door een twaalftal over de Baan uitzicht hebbende pleziertuinen en buitenverblijven als „Plein en Baanzicht", „Ruimzicht", „Overbaan", „Vrede-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 61