60 lust", „Nooit Gedacht" en „Zomerlust", alle eveneens door samentrekking van meerdere kleine percelen ontstaan. Meer nog dan zijn voorgangers heeft Hope zijn in 1769 verworven bezit uitgebreid. In 1782 kocht hij voor J 10.500, de buitenplaats „Ouden Hout" en in 1785 voor 12.000 het aan de westzijde daarnaast liggende plezierplaatsje „Hout en Baan", beide gelegen tegen de zuidzijde van de tuin van „Welgelegen". In de jaren 17791791 verwierf hij tevens de eigendom van een zevental aan de noordzijde van zijn terrein grenzende pleziertuinen, waaronder „Ruim zicht" en „Nooit Gedacht' Het streven van de stedelijke patriciërs om hun in de 17de en het begin van de 18de eeuw gebouwde eenvoudige buiten huizen af te breken en te vervangen door andere, die grotei waren en meer op uiterlijke pronk en representatie geiicht, was ook Hope niet vreemd gebleven. Nadat Hope in 1782 en 1785 eigenaar geworden was van de aan zijn eigendom grenzende buitenplaatsen „Ouden Hout en „Hout en Baan" kon hij eindelijk overgaan tot uitvoering van zijn sedert lang gekoesterd plan, eveneens een grotei buitenverblijf te stichten. Hope besloot daartoe de oude bui tenplaatsen „Welgelegen", „Ouden Hout" en „Hout en Baan" te doen afbreken en op de plaats van deze buitens een nieuw lustverblijf te stichten, dat tevens geschikt zou zijn daarin de uitgebreide verzameling schilderijen, antiquiteiten en andere kunstschatten, die hij in Italië en elders verzameld had, op te nemen. Ontwerp en tekening voor dit nieuwe gebouw, liet hij opmaken door de Italiaanse architect Tri- quettials voorbeeld dienden de villa s Borghese en Albani in de omtrek van Rome. In een brief van 19 October 1785, waarin Hope te kennen geeft, dat hij „zo door de aangenaamheid der plaats zelve, als door alle blijken van beleefdheden en toegenegenheid, die hij van de kant der Regering dezer Stad en de inwoners van dien altoos heeft ondervonden, een bijzondere affectie heeft opgevat, om aldaar zijn woning meer en meer te vestigen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1962 | | pagina 62